‘Personeelstekort? Doe er wat aan!’
Over de (uitzichtloze) situatie op de arbeidsmarkt
Schooljuffen, bus- en treinchauffeurs, horecapersoneel, bagageafhandelaars, verkeersleiders, bouwvakkers, ICT-ers, verkopers, mensen in de zorg, ze hebben één ding gemeen, er zijn er te weinig van. En dat tekort aan personeel vind je eigenlijk in alle branches in Nederland. Hoe gaan we dat oplossen? Dat wordt een groot probleem, alleen al omdat de vergrijzing toeneemt en er dus steeds minder handjes zijn om al het werk in Nederland te doen.
De economen wisten het zeker. Corona zette een streep door onze economische groei, maar zo snel als we die vervelende pandemie onder controle zouden hebben, zouden de groeicijfers weer door het plafond gaan. De oorlog in Oekraïne haalde die voorspellingen onderuit. Onze groei vlakt af, maar nog steeds niet dramatisch en de vooruitzichten zijn – op het moment dat er een einde aan die oorlog komt – nog steeds optimistisch. Groei is nodig, want Nederland kampt met grote problemen. Klimaat, stikstof en woningnood om er maar enkele te noemen. De overheid draagt oplossingen aan. Om de woningnood te bestrijden bouwen we de komende tien jaar een miljoen woningen. Door wie worden die gebouwd?
Oorzaken
Veel Europese landen kampen met hetzelfde probleem, een te grote vraag naar medewerkers, schaarste in vrijwel alle beroepsgroepen en veel te weinig aanbod. Alleen steekt Nederland er in negatieve zin bovenuit, nergens is de nood zo hoog als hier. Vergrijzing slaat hier hard toe, we verliezen daardoor niet alleen arbeidskrachten, maar ook de vraag naar zorg stijgt. Vergrijzing is niet de enige reden voor de arbeidstekorten. Corona speelt ook een rol, bijvoorbeeld door de ruime staatssteun, die eraan bijdroeg dat wankele bedrijven niet failliet gingen. Het aantal faillissementen was historisch laag, dat betekent dat medewerkers van die bedrijven dus niet op de arbeidsmarkt terecht kwamen. Die staatssteun had nog een consequentie; consumenten (die gewoon werden doorbetaald) kregen na corona de kans hun opgepotte salarissen uit te geven en dat deden ze enthousiast. Het gevolg: extra drukte in bijvoorbeeld retail, horeca en in de reisbranche, waarvoor dus extra medewerkers nodig zijn. En dan nog iets, het werkveld is de laatste tien jaar enorm veranderd. Uit cijfers van de SER blijkt dat er tweeëneenhalf keer zoveel mensen werken in de ICT als tien jaar geleden. Er is nog een reden voor de krapte. Haalden wij vijf jaar geleden gewoon meer handjes uit landen als Polen of andere voormalige Oostbloklanden, door de betere lonen in hun thuislanden wordt het steeds moeilijker hen te verleiden in Nederland te komen werken.
Oplossingen
Wat te doen? De oplossingen moeten zowel van de kant van werkgevers als de overheid komen. De overheid heeft een algemene taak. Zorgen voor betere opleidingen, zij-instroom eenvoudiger maken, diploma’s van migranten beter laten aansluiten op de Nederlandse situatie, werken aan het verbeteren van het imago van bijvoorbeeld technische en zorgopleidingen. Een voorzitter van de Raad van Bestuur van een zorginstelling pleitte voor een duaal opleidingssysteem. Tegelijk werken en leren. Zijn instelling verzorgt dan de praktische kant van de opleiding, waardoor het hoge aantal uitstromers tijdens een opleiding kan worden verminderd. Het maakt veel uit als je aan de hand van een ervaren verpleegkundige meeloopt op een afdeling of je toekomstige beroep met name theoretisch doorloopt, aangevuld met een korte stage. De man meldde overigens terloops dat hij geen geld had voor de uitvoering, dat moet van de staat komen. Eenzelfde systeem zou wonderen kunnen verrichten in bedrijven. Geef oudere werknemers de kans een deel van hun tijd te besteden aan het opleiden van jonge medewerkers. Dat meester-gezelsysteem wordt in Duitsland nog steeds gehanteerd, met uitstekende resultaten. Bovendien wordt het zo mogelijk oudere werknemers langer aan je bedrijf te binden. Met de arbeidsparticipatie is in Nederland niets mis, die is het hoogst van alle Europese landen. Alleen werken die mensen en met name vrouwen in deeltijd. Waarom? Omdat in veel gevallen extra werken niet loont. Dat salaris gaat rechtstreeks naar de kinderopvang. Wat de overheid ook kan doen is zorgen voor gratis kinderopvang (die plannen liggen er) en het hele belastingsysteem herzien, waardoor werken beter gaat lonen. Iemand die werkloos is wordt door enkele tientjes per maand netto echt niet gestimuleerd weer in beweging te komen. En dan die regelzucht, die administratieve last die zorgmedewerkers, politieagenten en onderwijzers met zich meedragen. Laat ze doen waarvoor ze zijn opgeleid, houd op met die nutteloze exercities, die in de meeste gevallen nauwelijks meerwaarde hebben. Ze houden alleen inspecteurs en controleurs van de straat.
Bedrijfsleven
Natuurlijk heeft met name het bedrijfsleven een grote taak te vervullen. De oplossing zit niet direct in hogere lonen, de ondernemer die zijn salarishuis nog niet op orde heeft kan het gevecht om die zeldzame medewerker sowieso vergeten. Beter arbeidsomstandigheden? Daar geldt hetzelfde voor. Wie daar nu over gaat nadenken heeft de slag verloren. Goede, flexibele arbeidsomstandigheden zijn van levensbelang. De intrinsiek gemotiveerde medewerker die ’s ochtends fluitend naar zijn werk fietst is geen jobhopper. Die is tevreden met zijn salaris en met name met zijn werk. Die krijgt vertrouwen en verantwoordelijkheid, die is in staat zijn werk – onder condities – flexibel in te delen en kan zich bijvoorbeeld door opleidingen verder ontwikkelen. Ondernemers die dat nu goed voor elkaar hebben, hebben een reuze voorsprong. Uit onderzoek blijkt dat ook in het onderwijs een wat ruimere flexibiliteit direct zou leiden tot een grotere arbeidsparticipatie. De juf die de ruimte krijgt om haar kind ‘s morgens zelf naar school te brengen zal dat als een echte beloning ervaren. Die is wellicht ook bereid een halve dag of een dag extra te werken. Sceptisch? Dat waren veel ondernemers ook over thuiswerkers. De praktijk leert dat thuiswerkers meer en beter werken, gewoon omdat ze minder worden afgeleid door allerlei geneuzel in hun kantoortuin. Inmiddels hebben verstandige ondernemers thuiswerken vast in hun beleid verankerd.
Starre ondernemers
‘Klinkt allemaal leuk, maar bij ons werkt dat niet’, je hoort het ondernemers denken. Dat is in veel gevallen niet waar, het kost misschien wat meer aanpassingen, maar die zijn de moeite waard. Zelfs organisaties als de thuiszorg of de NS kijken naar nieuwe manieren om meer mensen aan zich te binden, bijvoorbeeld door medewerkers juist meer in deeltijd te laten werken. In feite ben je als ondernemer bezig manieren te vinden om het medewerkers mogelijk te maken meer uren te werken. En dan nog dit. Te veel ondernemers proberen nog steeds de perfecte persoon voor hun vacature te vinden. Iemand met een vlekje komt niet in aanmerking, die krijgt meteen een afwijzing. Die ondernemers hebben nog steeds onvoldoende door dat die tijden voorbij zijn. Waarom krijgen 55plussers of mensen met een handicap geen serieuze kans? Iemand van zestig jaar heeft nog steeds veel toegevoegde waarde, is ervaren, weinig ziek en loyaal aan het bedrijf. Dat zijn gewoon uitkomsten van onderzoeken, geen fabels. Iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt kan een zeer welkome aanvulling zijn in elke organisatie. Ooit van jobcrafting gehoord? Instanties die zich inzetten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt maken niet alleen de juiste match, maar zorgen ook voor al dan niet tijdelijke begeleiding op de werkplek. Toch komen deze mensen maar moeizaam aan de slag. Duizenden tevreden ondernemers gingen u voor, grijp die kans. Onbenutte mogelijkheden genoeg dus, maar ondernemers moeten wel het initiatief nemen. Meer doen dan nog een waardeloze advertentie zetten op het verkeerde social mediakanaal. Wees creatief, kom in actie, het loont de moeite.