‘Er is nog meer dan genoeg te doen’
Enkele opmerkingen over mobiliteit in 2024
Wie regelmatig over Nederlandse wegen raast kan het niet zijn ontgaan, het wordt weer steeds drukker, razen kun je in deze zin dus weer vaker vervangen door stilstaan. Het aantal files neemt toe, er zijn vorig jaar meer auto’s op kentekens gezet dan ooit, dus corona lijkt nu definitief tot het verleden te behoren.
Wat voor autoverkeer geldt, geldt voor vrijwel alle vervoersmodaliteiten. Ook treinen, bussen en taxi’s stromen weer aardig vol. Dat er meer auto’s op kenteken zijn gezet heeft te maken met een inhaalslag. Auto’s die al een jaar eerder werden besteld, maar door gebrek aan onderdelen niet konden worden geleverd, rijden nu rond.
Transitie
2024 moet het jaar van de versnelling in duurzaamheidstransitie worden. Steeds meer voertuigen zijn elektrisch, maar dat is niet het enige dat verandert, de mix van vervoersystemen is uitgebreid. Koos je vroeger voor auto, bus, tram, metro of trein, daar kwamen deelfietsen, -scooters, -auto’s en -taxi’s bij. De mix aan voertuigen voor de moderne reiziger is daarmee compleet. Steeds meer bedrijven springen in het gat om via slimme digitale systemen aan die vraag te voldoen. We willen best ecologischer reizen, maar dan wel graag zo eenvoudig mogelijk tegen de laagst mogelijk kosten. Vroeger (voor velen minder dan een jaar geleden) startte je de leaseauto en snelde je naar je werkplek. Dat automatisme wordt steeds vaker vervangen door een mix van modaliteiten. Dat is vooral een kwestie van gedragsverandering. Het leaseauto-automatisme moet er uit, elke reiziger moet zich ervan bewust zijn dat er meer mogelijkheden zijn om veilig van A naar B te komen. Kwestie van communicatie en andere mogelijkheden in een mix op maat aanbieden, maar soms ook van (lichte) dwang. Daarin speelt de wetgever een cruciale rol.
Bedrijfsleven
Nederland moet in 2050 klimaatneutraal zijn en daarvoor moet de CO2-uitstoot drastisch omlaag. Dat betekent dat benzine- en dieselauto’s zullen worden vervangen door elektrisch aangedreven voertuigen. Om dat proces te versnellen heeft de overheid een aantal maatregelen genomen. Om te beginnen zijn er subsidiemogelijkheden die particulieren en bedrijven moeten stimuleren de overstap versneld te maken, maar er is meer. Vanaf 1 januari 2025 verdwijnt de BPM-vrijstelling voor nieuwe bedrijfswagens en dat levert een prijsstijging van 37% op. Koop je dit jaar een elektrische bestelbus dan kun je 12% subsidie krijgen met een maximum van €5.000,-. Ook mogen gemeenten vanaf 1 januari 2025 zero-emissiezones instellen voor bestelwagens en vrachtwagens op benzine of diesel. Vanaf die datum mogen die voertuigen die emissiezones niet meer binnen. Voor sommige categorieën is er tot 2030 een overgangsregeling, afhankelijk van leeftijd en emissieklasse van de motor. Alle nieuwe auto’s moeten vanaf 2030 emissievrij zijn. Over vier jaar krijgt Nederland een vrachtwagenheffing. Je betaalt dan gemiddeld 14,9 cent per gereden kilometer op nagenoeg alle snelwegen en de meeste N-wegen.
Elektrische voertuigen
De elektrificatie van het Nederlandse wagenpark gaat snel, zeker in vergelijking met andere Europese landen. De overheid verwacht dat het aantal elektrische auto’s in 2030 zal zijn gegroeid tot 1,9 miljoen. Dat betekent dat het aantal laadpalen in hetzelfde tempo mee zal moeten groeien. Dat heeft echt nog aandacht nodig, anders zijn daar problemen te verwachten. Opvallend is dat de elektrische auto’s de laatste jaren meer energie zijn gaan gebruiken. Grotere modellen (met name breder) zijn populair en ook de verplichte veiligheidssystemen vragen meer stroom. Er dreigt nog een probleem, elektrische auto’s drukken een zwaar stempel op het wereldwijde probleem van klimaatverandering. Neem lithium, dat is voldoende aanwezig, maar om één elektrische auto te bouwen is gemiddeld 120 ton lithiumerts nodig dat gedolven, verwerkt en vervoerd moet worden. Nog problematischer is het met andere aardmetalen gesteld, die nodig zijn voor de bouw van een elektrisch voertuig. Die zijn veelal schaars en worden steeds schaarser. En de elektrische fiets dan? Die vervangt met name de gewone fiets, niet de auto. Uit onderzoek van de TU Delft naar de redenen voor de aanschaf van een elektrische fiets blijkt dat ‘auto minder gebruiken’ op plaats vijf staat en ‘goed voor het milieu’ op elf. Elektrische fietsen zijn een blijvertje. Vorig jaar was volgens de RAI al 57% van de verkochte fietsen elektrisch. Van de ondervraagden die nog geen E-bike hadden was 40% van plan er op korte termijn een aan te schaffen.
Noodzaak
De meeste reizigers zien de noodzaak van de energietransitie, maar een belangrijk deel stelt vragen bij het tempo. Ook het aanbod is problematisch, de occassionmarkt voor kleinere elektrische auto’s blijft bijvoorbeeld sterk achter. Dat betekent dat de instapprijs van een elektrische auto rond de €40.000,- ligt en dat is voor veel Nederlanders niet haalbaar. Productieproblemen liggen vooral op het terrein van gebrek aan schaarse grondstoffen. Ook het bedrijfsleven moet alle zeilen bijzetten om aan de gestelde doelen te voldoen. Daar ligt de grootste pijn bij het overtuigen van hun medewerkers om loyaal mee te werken. Van de auto voor de deur naar een mix van modaliteiten vraagt om extra inspanningen. Die eigen leaseauto is een individuele bubbel, waarin zelfs een lange file goed is te overleven. Voor veelrijders is de vaak te geringe actieradius van elektrische auto’s een probleem. Als er op de route al snelladers beschikbaar zijn, kost laden nog altijd veel (onbetaalde) tijd en veel ZZP-ers die nu nog met een vrij nieuwe dieselbus rondrijden hebben de middelen niet om op korte termijn de overstap naar elektrisch te maken. Problemen genoeg dus, maar de trein rijdt, de tijdslijn is gemaakt en de overheid zal er alles aan doen om gestelde doelen te behalen. In ons eigen belang, want dat de energietransitie nodig is, is zo langzamerhand iedereen wel duidelijk.