Column Wouter van der Loon: ‘Over solidariteit en identiteit’
Zowel op macro- als op micro-niveau is er een behoorlijke mate van solidariteit te merken met Oekraïne en de Oekraïners. De politiek is bereid om offers te brengen om Oekraine te steunen, vluchtelingen zijn welkom en veel mensen, in ieder geval in mijn omgeving, vinden het vanzelfsprekend dat we steun verlenen een dit land en deze mensen. Die steun gaat zelfs zo ver dat we een jarenlang voorzichtig beleid van “pamperen en nathouden” richting Poetin in sneltreinvaart loslaten. En dat we bereid zijn risico’s te lopen o.a. m.b.t. onze eigen energievoorziening. Ook mensen die niet echt voorstander zijn van vluchtelingeninstroom vinden het opvangen van Oekraïners wel acceptabel. En mensen zijn zelfs bereid hun huis open te stellen. Het zijn ook afschuwelijke beelden die via de TV onze huiskamers bereiken. En duidelijk lijkt mij dat de Russen oorlogsmisdaden plegen (De Oekraïners ook?).
Solidariteit is primair een gevoel van verbondenheid, soms wordt er zelfs gesproken over lotsverbondenheid. Er is een gevoel van herkenning tussen twee groepen. Dat kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op een besef van wederzijdse afhankelijk of een gevoel van gedeelde waarden of doelen. Bij Oekraïne zie je bijvoorbeeld verwoord dat zij vechten voor de democratie; onze democratie tegenover de Russische autocratie en dictatuur. Ook hoor je vaak de constatering dat deze agressie in Europa gebeurt; wij Europeanen moeten elkaar steunen. Het Europeaan zijn als kennelijke basis van solidariteit.
Ik zag laats een talkshow waarin iemand betrokken bij het vluchtelingenwerk zich boos maakte over het feit dat wij zo’n verschil maken tussen bijvoorbeeld Afghaanse en Syrische vluchtelingen en Oekraïense vluchtelingen, maar je kunt je hoogstens afvragen waarom er evidente verschillen in solidariteit zijn. Verbondenheid voel je wel of voel je niet. Dat nog afgezien de plicht, maar dat is iets anders dan solidariteit, om mensen te helpen die in nood zijn.
Solidariteit is gebaseerd op medeleven en dat is iets anders dan medelijden. In medelijden zit, ondanks het woord (samen lijden) iets ongelijks; ik help jou omdat ik het beter heb dan jij. Medelijden is gebaseerd op een waargenomen verschil en niet op verbondenheid (je één voelen). Ik weet nog dat tijdens een vakantie in Thailand een van mijn kinderen geld moest geven aan elke bedelaar die we tegenkwamen, vooral als ze heel zielig er uitzagen. Dat vooral aan het begin van de vakantie. Na een maand werd het gevoel van medelijden vaak overstemd door ergernis (laat mij toch eens met rust). Doordat alle bedelaars iets van jou willen kan je uiteindelijk overvraagd worden in de confrontatie met hun leed. En de put lijkt bij zoveel bedelaars ook bodemloos. In geval van Oekraïne – Rusland lijkt mij duidelijk dat er sprake is van een agressor en van een verdediger, een dader en een slachtoffer. Maar is dat de belangrijkste basis van onze solidariteit? Solidair met een slachtoffer.
Solidariteit hangt ook samen met identiteit, het beeld dat je van zelf hebt, ook in relatie tot jouw sociale omgeving. Bij wie vind jij jezelf horen en bij wie niet. Wie zie je als “wij” en wie als “zij”. Van wie zien we vooral de goede dingen en van wie vooral de slechte zaken? Waar liggen de grenzen van onze solidariteit? Bijvoorbeeld als de Oekraïners tot “het oneindige” willen blijven doorvechten? We willen nu helpen met het opbouwen van Oekraïne. Doen we dat ook met de gebieden die blijvend door Rusland bezet gaan worden? Hoewel die gebieden het meest hebben geleden. Switchen die slachtoffers van “wij” naar “zij” en zien we ze als de verantwoordelijkheid van Rusland?
Wouter van der Loon
Pensionado en organisatiecoach.
Juni 2022