‘Volle werkweek? Superouderwets!’
Over deeltijdwerk, voltijd bonus, generatie Z en quiet quitting
Een perfecte storm. Zo noemen media de huidige omstandigheden op de arbeidsmarkt. Er zijn in vrijwel elke sector enorme tekorten, vacatures worden slechts moeizaam ingevuld en er zijn eigenlijk geen structurele oplossingen in zicht. Hoe is dat tekort ontstaan en hoe ziet de nabije toekomst er uit?
De oplossing lijkt simpel, bijna 1 op de 2 Nederlanders werkt in deeltijd. Verleid hen om meer te gaan werken en de problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Volgens cijfers van het CBS telde Nederland in het tweede kwartaal van 2022 ruim 9,5 miljoen personen van 15 tot 75 jaar met betaald werk, 93 duizend meer dan in het eerste kwartaal van 2022. Van alle werkenden in het tweede kwartaal werkten er 4,6 miljoen in deeltijd en 5,0 miljoen in voltijd. De groep deeltijdwerkers maakt onderdeel uit van de werkzame beroepsbevolking en ze werken minder dan 35 uur per week. Het ging om 4,6 miljoen personen in het tweede kwartaal van 2022, 60 duizend meer dan het kwartaal ervoor.
Kinderopvang
Meer vrouwen werken in deeltijd dan mannen. Dat heeft vaak te maken met zorgtaken, maar er is meer. Een van de belangrijkste redenen is dat Nederlanders veel waarde hechten aan zaken buiten werk, zoals hobbies, sporten of de kinderen zelf opvoeden in plaats van ze naar een kinderopvang te brengen. Wil je mannen en vrouwen verleiden meer te werken, dan moet dat extra werk ook lonen. Dat is nu vaak niet het geval. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met inkomensafhankelijke heffingskortingen. Stijgt je inkomen, dan gaan die kortingen omlaag en moet je dus meer belasting betalen. Over het deel dat je extra verdient kan dat netto oplopen tot 70% belasting. Dat is niet de enige reden. Door wat meer uren te werken moeten kinderen vaker naar de kinderopvang en dat kost geld. Vaak meer dan er met die extra uren wordt verdiend. Dat gaat per 1 januari 2025 veranderen, want vanaf die datum betaalt de overheid 96% van de kosten van kinderopvang. Ouders betalen alleen hun eigen bijdrage van 4%. Verandert het inkomen, dan heeft dat geen gevolgen voor de kosten van kinderopvang. Terugbetalingen zijn dan ook niet meer aan de orde.
Onze cultuur
Zit het werken in deeltijd misschien in onze cultuur ingebakken? Zijn we eigenlijk niet een beetje lui? Nee, dat is niet waar. Uit onderzoek van Eurostat blijkt dat Nederlandse en Zweedse mannen het langste werkzame leven hebben van alle EU-inwoners, namelijk bijna 43 jaar. Nederlandse vrouwen werken met 38 jaar een stuk korter. Maar dat is nog altijd veel langer dan het werkzame leven in België, Griekenland en Italië: daar werken mannen gemiddeld 35 jaar en vrouwen hooguit zo’n 30 jaar. Werken we dan juist meer? Ook niet waar, want we werken relatief weinig uren per week, zo’n 35 uur voor de werkende man en 25 voor de werkende vrouw. Dat is per saldo per week een dag minder dan bij onze zuiderburen. Juist deeltijders trekken dat gemiddelde in Nederland dus flink omlaag. Wanneer je uitgaat van 46 werkweken per jaar komt de werkende Nederlandse man gemiddeld uit op 69.000 uur in zijn hele leven – dat is 2.000 uur mínder dan de gemiddelde Europese man. Nederlandse werkende vrouwen bungelen met 44.000 uur zelfs bijna onderaan, alleen Italiaanse vrouwen werken nog minder uren. Ook is de arbeidsparticipatie in Nederland hoog: 84 procent van de mannen en 74 procent van de vrouwen in leeftijd van 20 tot 65 jaar heeft betaald werk. En dat is juist weer ver bóven het Europese gemiddelde. Er zit overigens wel een cyclische component in werken in deeltijd. Zitten we in een economische hausse, dan is de vraag naar deeltijd meteen groter, verkeren we in economisch sombere tijden dan stijgt de vraag naar meer uren.
Bonus voor voltijd werken
Hoe kun je mensen in deeltijd stimuleren meer te gaan werken? De nieuwe regeling voor de kinderopvang betekent zeker een stap in de goede richting, die drempel om niet meer te werken is daarmee verdwenen. Onlangs nam de Tweede Kamer een motie aan waarin wordt opgeroepen mensen in specifieke sectoren als de zorg, onderwijs en bouw een voltijd bonus te geven. Dat klinkt sympathiek, maar is nog niet zo eenvoudig. Hoe hoog moet die bonus dan zijn en wie gaat het betalen? Hoe zit het met mensen die van drie naar vier dagen gaan, krijgen die ook een bonus? Is het juridisch haalbaar, want je mag volgens het College van de Rechten van de Mens geen onderscheid maken tussen mensen die in deeltijd of voltijds werken. Bovendien zouden met name vrouwen worden benadeeld, omdat die het meest in deeltijd werken. En hoe zit het met de mensen die al lang fulltime werken? Krijgen die niks? En er is helemaal geen idee of zo’n financiële prikkel wel gaat werken. Er lijken juist steeds meer mensen te zijn die minder willen gaan werken. Bovendien is het werken in deeltijd ingesleten in het levenspatroon van veel mensen, we zijn er aan gewend en het bevalt ons prima.
Generatie Z
Moet de volgende generatie dan de oplossing brengen? Dat is generatie Z, een generatie die tussen 1995 en 2010 is geboren, die in een volledig digitale wereld is opgegroeid en die gewend is aan een constante bevrediging van behoeften. Die doelgroep klopt langzaam maar zeker aan de deur van bedrijven. Een aantal is al met hun carrière gestart. Hoe ziet die generatie er eigenlijk uit? Ze zijn opgegroeid met hun smartphone binnen handbereik en hun groep wordt snel groter. Op dit moment valt al 40% van de consumenten binnen deze generatie. Ze zijn opgegroeid in een onzekere wereld en in onzekere economische tijden. Daarom houden ze van sparen, het zijn geen big spenders, toegang tot dingen is belangrijker dan bezit. Deelauto’s, deelfietsen, deelfims en documentaires. Daarom floreren streamingsdiensten. Ze hebben wel toegang tot bijvoorbeeld films, maar zijn geen eigenaar van jou als gebruiker. Producten veranderen zo in services. Dat betekent dat hun focus niet per se ligt op een mooie carrière en een hoog salaris. Ze zijn op zoek naar een stabiel inkomen, waarmee ze hun basisbehoeften kunnen bevredigen. Een eigen huis ligt op dit moment echt niet binnen hun bereik, een eigen woning is sowieso al een utopie. Ze hechten veel waarde aan het klimaat en aan duurzaamheid. Vrijheid van meningsuiting is heel belangrijk. Dat alles betekent dat traditionele bedrijven hun modellen moeten heroverwegen. Ze moeten producten, diensten en ervaringen creëren die klanten verbinden. Hoe kijkt generatie Z naar een vaste fulltime baan? Liefst een vastcontract, want dat biedt stabiliteit. Maar dan wel een baan met inhoud, voor een bedrijf dat duurzaamheid belangrijk vindt en een bijdrage wil leveren aan een betere wereld. Fulltime? Echt niet, er is meer in het leven dan werken voor een baas. Daarbij maakt opleidingsniveau weinig verschil. Bovendien maakt het vacatureoverschot het voor sollicitanten gemakkelijker om aan te dringen op een kortere werkweek.
Quiet quitting
Er is een nieuwe term aan het HR-firmament verschenen: quiet quitting. De term heeft betrekking op generatie Z en hun voorgangers de Millenials. Quiet quitting werd door TikTok helemaal hot. Het gaat onder andere over massaal stoppen met overuren maken als daar geen compensatie voor is. Dit betekent om 9 uur op het werk zijn en stipt om 5 uur naar huis. Je doet dus alleen dat waarvoor je wordt betaald, net genoeg om bij te blijven met collega’s, het kale minimum. Geen overwerk, mails in weekends of tijdens vakanties bestaan niet, een keer helpen om een borrel te organiseren? Jou niet gezien, want dat stond niet in je contract en je hebt die week al precies 24 uur gewerkt. Dus waarom zou je die extra stap zetten? Je werkt omdat het moet, niet omdat je het leuk vindt. Precies om 17.00 uur gaat de laptop dicht en richt je focus zich op alles wat niet tot de werksfeer behoort. In een onderzoek in de Verenigde Staten zegt 82 procent van de Gen-Z’ers (geboren tussen 2001 en 2015) dat het idee om het minimum te doen erg aantrekkelijk klinkt. Zo’n 15 procent van die groep zegt dat ze het al doen. Onderzoeksbureau Gallup doet al jaren onderzoek naar medewerkersbetrokkenheid, want daar gaat het hier om. Zij zeggen dat quiet quitting vandaag de dag al geldt voor minstens de helft van de Amerikaanse werkenden. Niet meer doen dan nodig is raakt elke organisatie. Mensen die minimaal betrokken zijn zijn vaker ziek, maken meer fouten en zijn altijd op zoek naar een andere – lees betere – werkgever. En als ze een kans ruiken zijn ze ook echt vertrokken, want er is geen binding met bedrijf of collega’s. Verder heeft quiet quiting een negatief effect op de hele organisatie. Het is aanstekelijker dan corona, want waarom zou jij meer doen dan die quiet quit-collega’s om je heen? Wat kun je als management daar nou aan doen? Iemand die intrinsiek ongeïnteresseerd is, die dat in al zijn doen en laten uitstraalt, is op geen enkel moment van toegevoegde waarde voor een organisatie. Daarom is er maar één oplossing: ondanks alle personeelstekorten, aanbevelen bij de concurrent en snel laten gaan.