‘Ook werkgevers maken zich zorgen over de gevolgen’
Een onthutsende ontdekking: Eenderde van de vijftienjarigen is laaggeletterd
Sinterklaas had op 5 december een onverwacht cadeautje voor Nederland. Uit een Europees onderzoek bleek dat een derde van de Nederlandse vijftienjarigen voor begrijpend lezen onder de Europese norm scoort. In 2018 was dat nog een kwart, de situatie verslechterd dus. Die leerlingen zijn daarmee laaggeletterd. Laaggeletterdheid is in ons land al decennia lang een groot probleem, maar tot nu toe had dat vooral betrekking op ouderen, die bijvoorbeeld door een vroegtijdig afgebroken opleiding onvoldoende leesonderwijs hadden genoten. Wij zijn nu druk doende een nieuwe en dit keer jonge generatie op te leiden tot laaggeletterdheid. En dat gaat grote gevolgen hebben.
Dat blijkt uit het internationale onderzoek Programme for International Student Assement (PISA). PISA vergelijkt Nederlandse 15-jarigen met leeftijdsgenoten wereldwijd, waaronder 14 Europese landen. Het onderzoek focust op (begrijpend) lezen, natuurwetenschappen en wiskunde. Die resultaten zijn heftig, er ontstond rond Sinterklaas weer grote beroering, maar hoe lossen we dit probleem op? Dat zal niet meevallen. Alleen al het ontdekken van laaggeletterdheid bij mensen is een probleem. Het is namelijk een groot taboe, laaggeletterden schamen zich en verbergen hun probleem. Een volwassenen die laaggeletterd is, is geen analfabeet. Een laaggeletterde kan wel lezen en schrijven, alleen niet goed genoeg om helemaal mee te kunnen doen in de samenleving. Mensen die laaggeletterd zijn hebben vaak ook beperkte digitale vaardigheden. In bijna alle gevallen heeft onvoldoende taalbeheersing negatieve gevolgen. Mensen met een lage taalvaardigheid hebben vaker moeite met het invullen van formulieren of dossiers, versturen van e-mails en het lezen van veiligheidsinstructies. Laaggeletterdheid heeft effect op geldzaken, gezondheid, gezin en werk. In Nederland zijn 2,5 miljoen mensen laaggeletterd. Dat betekent dat ze moeite hebben met lezen, rekenen of met beide. Dat levert veel problemen op in het dagelijks leven, dus ook op het werk.
De feiten en cijfers
Het probleem is bekend, er zijn talloze onderzoeken uitgevoerd naar oorzaak en gevolg. Die geven een onthutsend beeld van de stand van zaken. Hoe beter je taalvaardigheden op de werkvloer zijn, hoe geschikter je bent voor de baan (Li & Hung, 2010). Taalproblemen zijn de oorzaak van 10% van de zware ongevallen in de sector procesindustrie (Lindhout, 2009). Werkende laaggeletterden oefenen beroepen uit met een lagere beroepsstatus dan niet-laaggeletterden (Christoffels, Baay, Bijlsma, Levels, 2016). Laaggeletterden zijn twee keer zo vaak inactief als niet-laaggeletterden (22% tegenover 10%) (Christoffels et al., 2016). Laaggeletterden zijn drie keer zo vaak afhankelijk van een uitkering als niet-laaggeletterden (23,8% tegenover 9,3%) (Christoffels et al., 2016). 11% van de recent werklozen en 25% van de langdurig werklozen is laaggeletterd (Buisman et al., 2013). Laaggeletterden in Nederland doen minder vaak vrijwilligerswerk en hebben minder vertrouwen in de medemens dan niet-laaggeletterden (Buisman et al., 2013). In Nederland heeft ongeveer 40% van de mensen voldoende basale financiële taalvaardigheden (Van Rooij, Lusardi, & Alessie, 2011). Een grotere groep heeft wel voldoende financiële taalvaardigheden, maar op slechts één specifiek onderdeel (zoals gecijferdheid). De samenleving stelt hoge eisen aan de redzaamheid van burgers. Lang niet alle burgers zijn onder alle omstandigheden hiertoe in staat (WRR, 2016, 2017). Voor sommige mensen, zoals laaggeletterden, zijn de eisen vaak te hoog gegrepen. 44% van de vrouwen vindt geldzaken lastig (Nibud, 2012). Laaggeletterdheid is vaak een belemmering om zelfredzaam te zijn en armoede vergroot de kans op laaggeletterdheid (Christoffels et al., 2016; PwC, 2018; ROA, 2016).
De oorzaken
Niet alleen lezen gaat slecht, ook rekenen is ondermaats. De schrijfvaardigheid van leerlingen is slecht, hun handschriften worden steeds slechter en ook in rekenvaardigheid dalen de prestaties. Wie kan er nog hoofdrekenen? Waardoor is het probleem ontstaan en waarom wordt het steeds groter? Laaggeletterdheid onder ouderen is vaak nog wel verklaarbaar. Vijftig jaar geleden was de basisopleiding minder stringent geregeld. Er waren veel vroegtijdig schoolverlaters zonder of met onvoldoende kennis van basale taal- en rekenvaardigheden. Ze kwamen vaak in banen terecht waar er geen of nauwelijks beroep werd gedaan op die vaardigheden, handarbeid was gemeengoed en daarvoor hoefde je niet begrijpend te kunnen lezen. Die tijden zijn veranderd. Tien jaar geleden begonnen vrachtwagenchauffeurs hun baan te verliezen, omdat ze de overstap naar die vaardigheden niet konden maken. Wat voor die chauffeurs gold, gold voor vele handarbeiders. Laaggeletterden verloren steeds vaker de aansluiting met de maatschappij. Bovendien werd de wereld steeds digitaler en dat maakte de problemen nog groter. Maar hoe zit dat dan met vijftienjarigen? Je zou toch denken dat tegenwoordig de controle op vroegtijdig schoolverlaters stringenter is, schoolverzuim wordt bijvoorbeeld gecontroleerd .De oorzaken liggen dieper. Leerlingen krijgen minder en/of slechter les- en rekenonderwijs. Niet vreemd als je bedenkt dat jonge docenten zelf steeds minder lezen. Uit onderzoek blijkt dat 26% van de basisschoolleerlingen lezen niet leuk of zelfs vervelend vindt. Dat geldt ook voor 27% van de MBO-leerlingen. Oorzaken zijn eigenlijk wel duidelijk. Er wordt thuis gewoon veel minder gelezen. Scholieren lezen vrijwel alleen nog via hun mobiele telefoon, lesmethodes zijn niet meegegroeid met de leesvraag, docenten zelf lezen nauwelijks nog. De oplossing? Veel beter onderwijs, veel meer aandacht, niet alleen voor de leestechniek, maar vooral voor begrijpend lezen. Wat staat daar nou, wat betekent het? Wat verdwijnt met leesvaardigheid? Niet alleen het leesplezier, maar ook vooral het perspectief en de verbeeldingskracht, want lezen is als het maken van een film in je hoofd. Daarvoor heb je geen YouTube of TikTok nodig. Verbied telefoons op school, beperk schermtijd, leer kinderen dat er meer is dan beeld en geluid, er is ook nog zoiets als een andere wereld, een wereld die ze niet kennen, waarin hun eigen verbeelding een enorme rol speelt. Geef kinderen toegang tot die wereld.
De werkvloer
Laaggeletterdheid heeft dus gevolgen op alle terreinen, zeker ook op de werkvloer. Stel je voor dat je veiligheidsvoorschriften en werkinstructies niet kunt lezen of onvoldoende begrijpt. Dan word je baan behoorlijk ingewikkeld en een stuk gevaarlijker. Laaggeletterdheid onder werknemers komt het meeste voor in de schoonmaakbranche, bouw en industrie en in productiebedrijven. Het is de taak van werkgevers om laaggeletterdheid in hun bedrijf op te sporen. Niet alleen in verband met veiligheid, maar ook uit efficiency-overwegingen. De productiviteit stijgt aantoonbaar wanneer iedereen voldoende kan lezen en rekenen. Het bestrijden van laaggeletterdheid begint met het herkennen ervan. Dat is moeilijk omdat laaggeletterden zich vaak schamen. Het is een taboe, ze verbergen het. Toch zijn er altijd signalen. ‘Dat vul ik thuis wel even in’, of ‘ik ben mijn bril vergeten’, ‘ik heb een zere hand, vul jij dat even in’. Laaggeletterden lezen zonder hun ogen te bewegen, hebben een slecht leesbaar handschrift of gebruiken geen leestekens. Ze hebben geen e-mailadres, hebben moeite met navigatie of mobiel bankieren en ze groeien zelden verder in hun werk. Dat verbergen kan ver gaan. Denk aan een stratenmaker die in het weekend met zijn vrouw naar een adres rijdt waar hij de volgende week moet werken. Hij moet de route verkennen, want hij kan namelijk geen straatnaamborden lezen.
Zorgwekkend
Werkgevers vinden deze ontwikkeling meer dan zorgwekkend. Ze kunnen er zelf veel aan doen, om te beginnen kunnen ze laaggeletterdheid bespreekbaar maken in hun bedrijf. Verwijder het taboe. Laat weten dat veel mensen moeite hebben met taal en rekenen en dat het geen schande is. Vertel ook dat je het alsnog kunt leren. Er zijn volop cursussen voor volwassenen, in kleine groepen of één-op-één, vaak zijn ze gratis of kun je meedoen voor een laag bedrag. Veel bedrijven vergoeden zo’n opleiding. Werkgevers kunnen screenen op laaggeletterdheid, bijvoorbeeld met een digitale basismeter, met taalverkenners of door contextgerichte vragen te stellen. Meer informatie is te vinden op lezenenschrijven.nl. Daarom een oproep aan werkgevers: Maak de aanpak van laaggeletterdheid tot onderdeel van het HR-beleid en monitor op voortgang. Het is de moeite dubbel en dwars waard.