Column Wouter van der Loon: ‘Rechten en gunsten’
Als ik dit schrijf is het herdacht dat we 75 jaar de universele (grond-) rechten van de mens hebben. Rechten waar ik het grondig mee eens ben, maar die helaas voor veel mensen geen realiteit zijn. Denk aan het recht op veiligheid, als je bijvoorbeeld in Gaza of Oekraïne leeft. Rechten hebben alleen maar zin als anderen het realiseren van die rechten ook als hun plicht en verantwoordelijkheid zien. Rechten zijn immers afspraken.
Ik mijmerde wat over dit thema toen er op de radio een programma was waarin gepleit werd voor het recht op seks voor (geestelijk) gehandicapten. Maar wie moet garanderen dat een dergelijk recht daadwerkelijk opeisbaar is. Gesubsidieerde prostitutie? Alleen subsidie of fiscale aftrekposten (niet dubbelzinnig bedoeld). En geldt dan de regeling alleen voor mensen met een handicap of voor iedereen die geen partner heeft om het recht op seks te ‘verzilveren’. En wat zijn de spelregels? Eens in je leven, maandelijks, wekelijks …. En als er geen mensen zijn om de dienst te verlenen? Seksuele dienstverlening als taakstraf? U leest al, ondanks de waarde die seks in mijn ogen heeft, zie ik het niet als grondrecht dat we voor iedereen moeten garanderen. Natuurlijk mogen ook gehandicapten vrijen, maar het lijkt mij geen collectieve verantwoordelijkheid daarvoor te zorgen. Ik weet trouwens helemaal niet hoe mijn vriendin het zou vinden als ik seks als een recht ga definiëren
Een tijd geleden had ik ook een stevige discussie met een mevrouw die sprak over het recht op kinderen. Wie geeft zo’n recht? Ik ben erg blij met mijn eigen kinderen en gun iedereen leuke kinderen, maar ik zie het krijgen van kinderen niet als een recht. Mooi als de natuur een kinderwens mogelijk maakt en als die natuur je in de steek laat is dat verdrietig, maar geeft dat in laatste geval dan een recht? En wat als je niet in staat bent om zelf voor een kind te zorgen? Heb je dan toch het recht er een (of meer) te krijgen? De natuur geeft geen rechten, hoogstens gunsten. Daar geldt hoogstens het recht van de sterkste.
Recht op gezondheid is er helaas niet. De ene heeft een constitutie waarmee hij of zij 100 wordt en de andere gaat als baby dood. We kunnen wel het recht geven op passende gezondheidszorg. Maar ook hier zijn er denk ik grenzen, bijvoorbeeld gelet op de kosten van behandeling; moeten we dat wat kan, ook altijd doen? Is er hier ook geen sprake van een noodzakelijk evenwicht tussen kosten en baten? We moeten, denk ik, accepteren dat er soms sprake is van een door een recht niet te verhelpen ongelijkheid of oneerlijkheid. Wat overigens te denken van de groeiende groep autonomen of soevereinen die (ander andere) geen ziektepremie meer wil betalen, omdat ze zich onafhankelijk van de staat willen opstellen. Wel een medische behandeling geven, omdat ze daar recht op zouden hebben? Wetende dat de kosten daarvan uiteindelijk betaald worden door diegene die wel keurig hun belasting of ziektekostenpremie betalen. Gelden rechten ook als je onttrekt aan de daarbij behorende plichten, nodig om de rechten ook daadwerkelijk te kunnen realiseren?
Mij bekruipt af en toe het gevoel dat we gunsten die de samenleving of een deel daarvan wil geven, snel zien als een recht. Dat lijkt mij riskant. Wat we anderen of onszelf gunnen moet niet te snel gezien worden als vanzelfsprekend. Bewustzijn van de aard, logica, grenzen en veranderbaarheid van de afspraken die leiden tot een recht. En kritisch zijn over welke rechten universeel, dus algemeen geldend zijn, en welke specifiek zijn voor een bepaalde groep.
Ik gun u een heel gelukkig en gunstig 2024.
Wouter van der Loon