Gert-Jan Vink: ‘Van veeboer naar productontwikkelaar’
Gert-Jan Vink bedenkt praktische oplossingen voor alledaagse problemen
Wat doe je als zoon van een veeboer die geen zin heeft om te leren? Dan treed je in de voetsporen van je vader en lijkt je levenspad helder voor je uitgestippeld. Maar het kan verkeren. Zoals bij Gert-Jan Vink (76 jaar), die stopte met boeren en een bedrijf – zoals de omschrijving van de Kamer van Koophandel luidt – voor het ontwikkelen, fabriceren en in de handel brengen van apparaten en machines voor de veehouderij en andere bedrijven startte.
Hiermee bracht hij zelf gefabriceerde producten voor de veeteelt wereldwijd aan de man. Daarnaast bouwde hij met zijn kinderen nog twee golfbanen (Welderen en Bleijenbeek). Die worden inmiddels door Dirk-Jan en Ellemieke geëxploiteerd, terwijl pa af en toe nog wel even mee praat. “Maar er is nog veel te doen, we hebben plannen om het leisure-aanbod op Golfbaan Landgoed Welderen nog mooier te maken en het landgoed in nauwe samenwerking met buurman Park Lingezegen nog verder in te passen in het landschap.”
Gert-Jan Vink stapte in 1963 op zijn achttiende in de boerderij van zijn vader. “In 1970 stopte mijn vader en nam ik de boerderij over. Toen had je het over een zeventigtal koeien op veel grond. Ik ging al snel aan de slag om de boerderij te moderniseren, er kwam een ligboxenstal waar het vee vrij rond kon lopen. Op het hoogtepunt had ik zo’n 140 koeien. Toen kwam de melkquotering. Nederland zat op een boterberg, er was sprake van overproductie, elke boer moest koeien inleveren. Dirk-Jan was inmiddels in mijn voetsporen getreden, ook hij koos voor een bestaan als veeboer.”
Veeverlosser
Gert-Jan Vink wilde technische oplossingen voor problemen van alledag ontwikkelen “Gewoon praktische dingen maken voor de veehouderij. Zoals bijvoorbeeld een veeborstel, later aangevuld met een systeem dat tegelijkertijd desinfecterend materiaal op de koeienhuid aanbrengt. Dat kon ik zelf produceren, had ik geen hulp bij nodig. Op andere gebieden, zoals in- en verkoop, was ik nog zo groen als gras, maar ik leerde snel. De verkoop nam ik zelf ter hand, ik ging gewoon met een foldertje bij de boeren langs. Deed ik toch gemiddeld zeven borstels per dag, die ik ook meteen monteerde. Zo creëerde ik mijn eigen markt en langzaam maar zeker waren meer verkopers en verkoopkanalen geïnteresseerd. We produceerden de apparaten in de oude stallen die vrijgekomen waren na de bouw van de ligboxenstal. Later is het bedrijf naar Bemmel verhuisd waar Leo Hoksbergen manager van het bedrijf werd. Leo kwam op vijftienjarige leeftijd na schooltijd bij ons werken en heeft het bedrijf vanaf het begin af mee helpen opbouwen.” Een ander product was de veeverlosser.” De meeste kalveren worden normaal geboren, maar soms moet de boer bij het kalven helpen. Daar bestaan allerlei hulpmiddelen voor, maar die voldeden in mijn optiek niet. Dus werd er een veeverlosser ontwikkeld die wel voldeed. We maakten een eenvoudige en degelijke roestvrijstalen constructie waarmee de boer in zijn eentje de verlossing kon doen. Dat bleek een enorm schot in de roos. Het bracht ons naar het buitenland. We verkopen nu naar zo’n zestig landen wereldwijd.”
De groei
Intussen werkte Gert-Jan veel met toeleveranciers. “Met de meesten doen we vandaag de dag nog steeds zaken. We gingen buitenlandse beurzen bezoeken en later hadden wij zelfs onze eigen stand op internationale beurzen in diverse Europese landen.” Daarvoor had hij contact gezocht met Frits Hoogveld, toen nog leraar Engels. “Hij werd later onze exportmanager en hij deed ook de aanvraag van onze octrooien. Om een octrooi te verwerven moet je een nieuwe en inventieve oplossing hebben voor een bestaand probleem. Ondernemers zien vaak op tegen het aanvragen van een octrooi, maar het is minder complex als je denkt en het geeft je een geweldige steun bij het vermarkten van je producten. Ook geeft het je meer vertrouwen in je eigen product.” Daarmee maakte Gert-Jan de stap van veeboer naar productontwikkelaar. “Noem me geen uitvinder, want zo voel ik me niet. Ik bedenk praktische oplossingen voor alledaagse problemen, dat is de kern van wat we doen. Ook Ellemieke is sinds twee jaar nauwer bij het bedrijf betrokken. ”Zij is verantwoordelijk voor de buitenlandse handel en verder behoort het personeelsmanagement van het hele bedrijf tot haar taak.”
Golfbanen
Gert-Jan besteedde steeds meer tijd aan de ontwikkeling en verkoop van bestaande en steeds meer nieuwe producten. Dirk-Jan was inmiddels verantwoordelijk voor de boerderij. “Door de introductie van de melkquota werd dat steeds minder interessant. Dirk-Jan was inmiddels een fervent golfer en daar zagen we kansen. We hadden namelijk genoeg grond en een historische boerderij als centraal punt in onze plannen. We schreven een degelijk plan, dat we voorlegde aan de gemeenteraad. Die was enthousiast en binnen een jaar hadden we de vergunningen rond. Dat was in 1993. Toen gingen de koeien eruit en begonnen we te bouwen aan een uitdagende baan, met grote en kleine waterpartijen, vaak tussen de fruitbomen. Een championship course, een volwassen par 3-4 baan, een pitch & puttbaan en vele oefenfaciliteiten. Er kwam een mooi clubhuis met restaurant en een schitterend terras met uitzicht op hole 18. Een jaar later kon de golfbaan open en vanaf dag 1 groeide het ledenaantal gestaag. Er kwam een actieve vereniging die voor alle leden jong en oud, beginners of gevorderden allerlei activiteiten organiseert. De golfsport was populair en wij hadden een gemakkelijk toegankelijke baan gecreëerd. Nederlanders ontdekten de sport en er kwamen steeds meer banen, met als gevolg dat je als golfbaan meer moest doen om je staande te houden.”
Golfbaan Landgoed Bleijenbeek
Golfbaan Welderen was eigenlijk vanaf de start een doorslaand succes, vandaar dat het familiebedrijf Vink geïnteresseerd was toen ze hoorden van een plan om Landgoed Bleijenbeek in het Limburgse Afferden te revitaliseren. In dat plan was namelijk ook een golfbaan opgenomen. Bleijenbeek ligt in het noordelijk deel van Nationaal Park De Maasduinen. Het landgoed is zo’n 125 hectaren groot, waarvan 30 hectaren bos. Verder vind je er de ruïne van Kasteel Bleijenbeek, een heerlijkheid die in 1945 door oorlogshandelingen werd verwoest en boerderij De Aldenhof. “We gingen aan de slag en realiseerden er een 18 holes golfbaan, een par 3-4 baan, een pitch en puttbaan met oefenfaciliteiten en een prachtig clubhuis met restaurant.” Toen zich in 2008 de bankencrisis aandiende merkten we meteen dat Nederlanders de broekriem aanhaalden en dat had ook gevolgen voor de golfsport. “Niet alleen het aantal leden liep terug, ook de businessclub werd geraakt. Dan neem je de gebruikelijke maatregelen, je verlaagt je kosten, reorganiseert, maar het was duidelijk dat we het daarmee niet gingen redden. We gingen ook in marketing aan de slag. Meer bieden aan je leden, maar vooral ook nieuwe doelgroepen aanspreken. Wandelaars, fietsers, mensen die willen genieten van de natuur en het geweldige uitzicht vanaf ons terras. De ruïne was inmiddels gestabiliseerd en gereed gemaakt door rondleidingen met een gids. De banden met natuurorganisatie IVN waren al nauw, maar die hebben we nog verder aangehaald. En we hebben inmiddels een intensieve samenwerking met Nationaal park De Maasduinen. Wij zijn een officiële toegangspoort en dat betekent dat je bij ons bijvoorbeeld alle informatie vindt over fiets- en wandelroutes.” De familie Vink had de hulp ingeroepen van John Ott, niet alleen al lang vriend van de familie, maar als ondernemer en marketeer in ruste iemand die kansen ziet en over grote netwerken beschikt. “Een Duitse hoogleraar bracht ons op het spoor van Pieter van Afferden, een Nederlandse humanist die leefde in de zestiende eeuw. Als rector van de Latijnse school schreef hij het leerboekje Tyrocinium linguae latinae (Keulen 1545), een Latijns-Nederlands woordenboek waarin hij de regels van het golfspel beschreef. Dat betekende dat golf hier in de zestiende eeuw een bekend spel was. Dat was voor ons aanleiding een klein symposium in Afferden te organiseren, waarop boven verwachting goed werd gereageerd. We hadden veel pers en bezoekers uit de golfwereld. Toen kwam ook de vraag waarom er in Nederland eigenlijk geen golfmuseum was. Die handschoen hebben we opgenomen en dat was het begin van ons Nederlands Golfmuseum. Inmiddels liggen plannen klaar om het te vergroten en staat de benodigde verbouwing op het punt te beginnen.”
Park Lingezegen
Die kansen liggen er voor Golfbaan Landgoed Welderen ook. “Zeker in samenwerking met onze buurman Park Lingezegen en de gemeenten Over-Betuwe en Lingewaard en de provincie. We delen dezelfde visie: vriendelijk en gastvrij, mooi dichtbij en toegankelijk voor iedereen. We hebben samen een grote functionele en maatschappelijk potentie in de regio. We kunnen op historische grond een publiekstrekker realiseren om dit gebied blijvend en duurzaam op de kaart te zetten door ondernemerschap en maatschappelijke functies met elkaar te verbinden. Bovendien heeft het een groot economisch potentieel en kan het veel nieuwe banen opleveren. De planschetsen liggen er, de eerste contacten zijn gelegd en de visie is helder: samen werken aan de economische versterking en het vergroten van de landschappelijk waarde van het gebied want dat die kansen voor het oprapen liggen is helder.”