Column Wouter van der Loon
Cosmetisch
Recentelijk las ik een artikel over de toenemende interesse en tolerantie in Nederland voor cosmetische chirurgie. Dat is het veranderen van het uiterlijk, zonder dat er sprake is van een psychisch of medisch probleem. Er bleken twee hoofdredenen om iets aan het uiterlijk te laten doen of dat acceptabel te vinden:
• Een onderdeel van het gezicht of lichaam voldoet niet aan een als zodanig ervaren schoonheidsideaal;
• Men wil graag blijven zoals men is, bijvoorbeeld een natuurlijk verouderingsproces in de vorm van rimpels tegengaan.
Met name de tweede reden trok mijn eerste aandacht, omdat het een paradox lijkt. Iets laten veranderen, omdat je niet wilt veranderen. De eerste reden is natuurlijk ook interessant, want hoe bepaalt men of iets aan het eigen uiterlijk wel of niet aan een bepaalde norm voldoet en hoe komt die norm tot stand?
Ik vroeg mij af of er parallellen zijn met organisatieverandering en mijn conclusie is dat dat zeker zo is. Natuurlijk zijn er bij organisatieverandering enkele algemene idealen, zoals met name voldoende omzet, tevredenheid medewerkers en tevredenheid klanten. De normen die bij die idealen horen kunnen natuurlijk variëren. Wat is bijvoorbeeld voldoende omzet? Is die norm vooral gebaseerd op steeds groter, steeds meer of wanneer kunnen we ‘lekker draaien?’
Soms lijken organisatieveranderingen vooral cosmetisch. Er verandert wat aan de buitenkant, aan datgene wat goed waarneembaar is, maar dieperliggende problemen worden niet aangepakt of worden zelfs gespaard. Verandering soms zelfs als camouflage. En ook, het meedoen aan allerlei trends en hypes, zonder dat er een echte visie of probleemdiagnose achter ligt. Organisatieverandering als botox en siliconen; het lijkt (soms) echt, maar het is nep.
‘Iets laten veranderen om te blijven wie of wat je bent.’ Zowel mensen als organisaties zijn onderhevig aan wetmatige veranderingen. In het gunstige geval betekenen die rijping en ontwikkeling en in een minder gunstige geval aftakeling en beperking. Dat zijn geen uiterlijke processen, maar processen ndie te maken hebben met hoe onze fysieke en mentale systemen zich ontwikkelen. Cosmetische ingrepen veranderen niets aan het proces, maar maken nhet hoogstens minder zichtbaar. Wat je ook aan jouw uiterlijk laat doen, de eeuwige jeugd wordt er niet door gerealiseerd. Er is natuurlijk niets tegen het streven er leuk of mooi uit te zien, zeker niet als we ons realiseren dat uiterlijke schoonheid vaak geassocieerd wordt met perfectie en succes. Maar gezond en actief blijven lijkt voor beide organismen, mensen én organisaties, ntoch het meest essentieel.
Hoe leiden we organisaties door de natuurlijke veranderingsprocessen heen en hoe zijn we alert op ziekmakende en bedreigende ontwikkelingen, zowel binnen het organisme als daarbuiten? Dat lijkt mij een kernvraagstuk. Organisaties kennen namelijk ook een stervensproces, soms zijn ze gewoon op of hebben ze hun functie verloren. Maar hoewel mensen zich met hun eindigheid moeten verzoenen, is voor organisaties revitalisering mogelijk en kan een levenscyclus weer een nieuwe doorstart maken. Dat is nooit cosmetisch, nmaar heeft te maken met het zoeken en vinden van ‘de bron van jeugd’, zoals nzingeving, inspiratie en klantfocus.
Wouter van der Loon
Organisatieadviseur