Column Jack Jansen

Wie krijgt de zwarte Piet?
Het is weer een aantal weken geleden dat we het Sinterklaasfeest vierden. De speculaasgeur inclusief rookwolken over de ‘zwarte Pieten’ strijd is opgetrokken en dus kunnen we terugkijken of we iets hebben geleerd. En voor de goede orde, leren betekent niet dat onze waarheid is bevestigd, maar dat we nieuwe waarde hebben toegekend aan ons ingesleten referentiekader. Zijn we wat opgeschoven richting de ‘andersdenkende’ of hebben we dit kinderfeest ook afgelopen jaar weer gegijzeld met onze stelligheid?
Zoals niemand zal zijn ontgaan woedt er sinds een aantal jaren een strijd op ‘leven en dood’ over het fenomeen ‘zwarte Piet’. De ene partij wil Piet levend houden, maar wil af van het ‘zwarte’, omdat dit volgens hen wordt geassocieerd met racisme. De andere groep wil niet alleen Piet behouden, hij moet en zal zwart zijn. Pas dan is het de enige echte stijl guur zoals ook erkend door KIEN, het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Het kenmerk van deze standpunt uitwisseling is dat het nimmer een dialoog is geweest. De maatschappelijke beeldvorming over ‘zwarte Piet’ wordt bepaald door monologen met soms zeer heftige primaire reacties. In deze gespreksvorm met dogma’s als strooigoed, luisteren we alleen naar onszelf en geven we de ander de schuld van het dilemma dat is ontstaan.
De ander de schuld geven is van wezenlijk belang om ons geweten, dat ‘deel’ van ons bewustzijn dat maakt dat we in de spiegel durven kijken of net niet, weer zuiver te krijgen. Schuld, hoop overigens ook, is een menselijke ‘uitvinding’, een bijvangst van het fenomeen bewustzijn. Het is het voelbare besef dat we iets doen wat een negatief e ect heeft op datgene wat voor ons en/of een ander belangrijk is.
Als we de ander de schuld in de schoenen kunnen schuiven dan is deze de boeman. Het wonderlijke is dat het fenomeen ‘zwarte Piet’ voor 1850 ook daadwerkelijk ging om dit geïncorporeerde schrikbeeld. Hij bracht weliswaar lekkers mee, maar joeg je bovenal de stuipen op het lijf met zijn koboldachtige verschijning en de dreiging van straf. In dit laat middeleeuwse tijdsgewricht, waarin religie de dagdagelijkse cultuur nog volop in de greep had, was Satan nooit ver weg. En daar was Klaas, want zo werd deze zwarte boeman toen genoemd, volgens de overlevering de afgezant van. Een verre neef zeg maar. De Ottomaanse St. Nicolaas, die volgens ons met een stoomboot uit Spanje komt, maakt de verwarring over herkomst, persoon en rol historisch gezien alleen nog maar groter. Traditie, racisme? Wie zit er nou goed, wie zit er fout?
Nou zijn ‘goed’ en ‘fout’ ook moeilijk hanteerbare begrippen. Gelukkig hebben we een waarheid gedurende ons leven opgebouwd die ons in barre tijden, met vraagstukken die geen eendimensionale antwoorden kunnen verdragen, beschermt tegen indringers in ons hoofd en ons hart. Maar wat als die waarheid louter een on- doordacht overblijfsel is uit een cultuur die daarmee zichzelf beschermt?
Gelukkig hebben we de Kerstman die aan een gestage opmars bezig is en geholpen door de kooplust opwekkende commercie wint deze het pleit van het illustere twee-tal uit onze kindertijd. En daarmee verdwijnt deze hele ‘zwarte Pieten’ discussie uiteindelijk als sneeuw voor de zon. Mocht het toch nog hardnekkiger blijken dan ik hier schets, hebben we gelukkig nog het nieuwe jaar waarin we onszelf en elkaar het goede wensen. Al zijn die wensen en voornemens meestal na een paar dagen ook alweer vergeten.
Ik wens jullie een mooi 2018 met voorspoed, gezondheid en moed die de eigen waarheid ter discussie durft te stellen.
Jack Jansen
Auteur HOMO REFLECTUS-zelfvertrouwen vanuit eenheid