‘Golf in voormalig Nederlands-Indië’
Bijzondere expositie in het Nederlands Golfmuseum
De Haagsche Golf Club, die in 1889 door baron Arnoud van Brienen werd opgericht, is de oudste golfclub in Nederland. Van Brienen legde vijf holes aan op de schapenwei van zijn landgoed Clingendael. In die tijd bestonden er in Nederlands-Indië echter al diverse 9 holes banen. Het Nederlands Golfmuseum gevestigd op Landgoed Golfbaan Bleijenbeek in het Limburgse Afferden heeft een interessante expositie samengesteld golf in voormalig Nederlands-Indië.
Dat het golfspel als eerste in Nederland werd beoefend (en niet in Engeland of Schotland) blijkt uit het Latijnse leerboek Tyrocineum lingua latinae dat door Pieter van Afferden in 1545 werd geschreven als leerboek voor zijn leerlingen Latijn. De bedoeling van het spel was om met een stok een bal in zo min mogelijk slagen in een gat in de grond te slaan. De winnaar is degene die daar het minste aantal slagen voor nodig heeft. Golf werd in Nederland maar mondjesmaat beoefend en de eerlijkheid gebied te zeggen dat het de Schotten waren die het spel niet alleen met grote overgave speelden, maar golf over de hele wereld hebben verspreid. En zo kwam golf ook In Nederlands-Indië terecht.
Batavia Golf Club
De Britse invloed in voormalig Nederland-Indië begon in 1811, toen ze met een grote vloot naar Batavia trokken en het land zonder slag of stoot van de Nederlanders overnamen. Dat duurde tot 1816, want toen droegen ze de heerschappij onder allerlei voorwaarden weer officieel over aan de Nederlanders. Eén van die voorwaarden was dat de Engelsen voor onbepaalde tijd land in hun bezit konden krijgen en daar profiteerden veel Britse ondernemers van. Maar ze gebruikten dat land niet alleen voor hun werk, ontspannen vonden ze ook belangrijk. Met name de Schotten begonnen met het aanleggen – vaak in afgelegen gebieden – van kleine golfbaantjes. De Engelsen richtten in 1872 de Batavia Golf Club op, in feite een Britse golfclub op Nederlands grondgebied, en dat is dus ruim voor de eerste golfclub in Nederland werd geopend. De start van die baan had tot gevolg dat ook Nederlanders in Indië het spel weer gingen spelen en daardoor kwam het golfspel er eerder tot bloei dan in Nederland. De Batavia Golf Club werd als een Engelse club beschouwd, maar zo’n 30% van de leden had de Nederlandse nationaliteit. Schotten en Engelsen maakten er de dienst uit en ze wonnen ook veruit de meeste wedstrijden. Het nationale kampioenschap, officieel het Nederlandsch Indisch Close Amateur Championship, maar in de volksmond het Paastoernooi genoemd, werd 33 keer gespeeld en 29 keer gewonnen door Britten. Het kampioenschap werd bijna altijd op Tjandi in Semarang gespeeld en deelnemers moesten er vaak ver voor reizen. De Nederlanders leerden het spel van Schotten en Engelsen en van een verdwaalde pro die af en toe de regio bezocht.
De oorlog
Er volgden vele nieuwe golfclubs en toernooien, waar prachtige bekers waren te winnen. Veel van die bekers werden beroemd, zoals de Tabaksbeker, de Wilhelminabeker, de Julianabeker en de Beatrixbeker. Vlak voor de tweede wereldoorlog waren er al een dertigtal golfbanen in Indië, waarvan de meeste op Java. De meeste banen ontstonden uit particuliere initiatieven, enkele bedrijven zoals Shell en Esso lieten banen aanleggen voor hun medewerkers. Met het begin van de oorlog en de komst van de Japanners raakten de golfbanen in verval. Europeanen speelden niet meer en Japanners vonden het een decadent spel. In 1942 confisqueerde de commandant van de Japanse politie het clubhuis van de Batavia Golf Club en vestigde er zijn hoofdkwartier. Hij heeft daar alle zilveren bekers die er stonden verkocht als schroot. Dat leverde goed geld op en dus beval de commandant dat de bekers van alle andere clubs aan hem moesten worden opgestuurd. Op die manier is veel verloren gegaan.
Traditie
Niet alles verdween. Loyaal baanpersoneel begroef de belangrijkste bekers en daar wordt tegenwoordig in sommige gevallen nog steeds om gespeeld. Soms zijn er replica’s gemaakt, zoals van de Julianabeker, waar sinds 2018 weer elk jaar om wordt gespeeld op Rozenstein in Wassenaar. De Hattemse Golf & Country club speelde in september zelfs de 75ste uitvoering van het Indisch Golfweekend, een meerdaags toernooi voor golfers met Indische roots. Zo is de traditie in elk geval deels weer in ere hersteld. De Indische golfbanen werden na de capitulatie van de Japanners zo snel en goed mogelijk hersteld, nu is nog ongeveer tweederde van de oude banen in gebruik. Indonesiërs zelf zijn pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw mondjesmaat gaan golfen. Er kwamen wel steeds meer golfbanen, omdat golf een positieve invloed had op het toerisme. Op de mooiste plaatsen van met name Bali en Java liggen nu prachtige banen. Het Nederlands Golfmuseum in Afferden heeft vanaf half oktober een prachtige expositie samengesteld van de historie van golf in voormalig Nederlands-Indië, want alhoewel er in de oorlog veel is verdwenen, blijft er nog veel boeiends over om te zien.
Landgoed Golfbaan Bleijenbeek
Het Nederlands Golfmuseum is onderdeel van Landgoed Bleijenbeek en dat is de laatste jaren uitgegroeid tot een begrip. Het omvat niet alleen het Nederlands Golfmuseum en de golfclub, maar ook de kasteelruïne is een bezoek meer dan waard. Het kasteel is aan het eind van de oorlog verwoest en lang aan zijn lot overgelaten. De laatste jaren is er door meerdere instanties hard gewerkt om de restanten van het kasteel en het kasteeleiland weer toegankelijk te maken. Het resultaat is een sprookjesachtige ruïne, waarvan de erfpacht nu bij het Limburgs Landschap ligt. De Golfclub heeft de exploitatie opgepakt. Zo zijn er regelmatig rondleidingen en speciale evenementen en is de kasteelruïne een populaire trouwlocatie. Informeer voor rondleiding info@limburgs-landschap.nl.
Word vriend van het Nederlands Golfmuseum
Het bouwen en onderhouden van een museum kost veel geld. Word Vriend van het Nederlands Golfmuseum en help mee aan de verdere ontwikkeling van een boeiende golfreis in de tijd. Kijk op www.golfmuseum.nl voor meer informatie.