Er is geen weg meer terug
Als er één bedrijfstak is geweest die heeft geleden onder de crisis dan is het de bouw. Het begint in 2008. Orderportefeuilles droogden op en om de weinige opdrachten die nog te vergeven waren werd hard gevochten, vaak met prijs als doorslaggevend argument. Een kaalslag was het resultaat. In 2014 volgde een voorzichtig herstel, in 2015 was de ommekeer definitief, de omzetten groeiden weer met gemiddeld 7,5%. De bouw werd een banenmachine en daar doemde het volgende probleem op: een groeiend tekort aan vaklui. Bart Welling kan er als directeur van Van de Water bouw/onderhoud en Welling bouw/onderhoud BV over meepraten.
Bart Welling is directeur van twee bouwbedrijven die door de gevolgen van de crisis hard werden geraakt. “Welling ging in 2012 failliet en maakte in mei van dat jaar een doorstart in zeer afgeslankte vorm. Een faillissement is meestal een optelsom van meerdere problemen. Natuurlijk leed het bedrijf onder de crisis, maar de nekslag was een grote opdrachtgever die weigerde te betalen. Toen de banken zich vervolgens niet aan gemaakte afspraken hielden was het snel gebeurd. Voor Van de Water was de crisis ook de grote boosdoener, de omzet halveerde en twee jaar geleden maakte het bedrijf een doorstart. Dat waren dus zware jaren, nu gaat het met beide bedrijven goed, maar ik weet zeker dat oude tijden nooit meer zullen herleven. De markt is voorgoed veranderd.”
VERANDERINGEN
In beide bedrijven zorgde het faillissement voor grote veranderingen, niet alleen in aantal medewerkers of het verdwijnen van de eigen werkplaats. “We gingen ons focussen op de b-to-b markt en de zorg. Daar konden we onze meerwaarde beter kwijt. We waren namelijk al gewend om ons proces ondergeschikt te maken aan het primaire proces van de klant. In gewoon Nederlands: we zorgen ervoor dat de klant zo weinig mogelijk hinder ondervindt van onze activiteiten, wij werken om hun dagelijkse arbeidsprocessen heen.” Er veranderde meer. Het aantal partijen dat de focus legt op ketensamenwerking is gegroeid. Samenwerking in de bouwketen leidt tot hogere kwaliteit van eindproducten. Een keten die goed samenwerkt verspilt minder, daagt uit tot innovatie, werkt veiliger en past zich eenvoudig aan ontwikkelingen in de markt aan. Klanten van de bouw vragen in steeds mindere mate om een fysiek product, maar willen een oplossing waarbij ontzorging tijdens de volledige levenscyclus van een bouwwerk leidend is. Dit nieuwe samenwerken start bij de eindgebruiker of opdrachtgever en eindigt daar ook weer als het gaat over onderhoud en beheer. Ketensamenwerking wordt pas echt waardevol als zij niet meer projectgebonden is. Samenwerken in een procesgerichte organisatie vergt nieuwe competenties en een andere attitude van managers en medewerkers. Er worden nieuwe eisen gesteld aan leiding geven, communicatie en klantgericht werken. Vertrouwen, anderen dingen gunnen en verbindingen leggen worden leidend. Voor sommigen brengt dit onduidelijkheid en onzekerheid met zich mee. Wanneer een organisatie daar onvoldoende oog voor heeft, houden mensen vast aan wat ze gewend zijn. Mensen besteden aandacht op wat op papier staat, terwijl de kanteling naar ketensamenwerking erom vraagt samen met anderen te kijken wat nodig is voor een goed eindresultaat. Bart Welling: “In een geslaagde samenwerkingsstructuur ontwikkel je kracht, dan is 1 en 1 plotseling meer dan 2. Dan praat je ook niet meer zo nadrukkelijk over prijs, maar over total cost of ownership. De crisis heeft iedereen uitgedaagd om dingen anders te doen en die veranderingen ook te verankeren. Zo kom je stappen verder.”
IMPLEMENTATIE
Zo’n ingrijpende verandering – in feite verander je het complete bouwproces – vraagt om een compleet andere werkwijze. “Het moet in alle lagen van de organisatie doordringen, je moet iedereen blijvend in dat proces meenemen en dagelijks coachen, zodat iedereen aangehaakt blijft. Wij zijn gestart met het organiseren van bijeenkomsten, waarin we hebben uitgelegd in welke richting onze toekomst ligt. Iedereen heeft aan den lijve ondervonden wat een crisis kan betekenen, die harde leerschool heeft geholpen, iedereen was alert. De kern is dat je stuurt op klantwaarde, dat je luistert naar wat de klant echt wil, dat je vooral aandacht hebt voor de vraag achter de vraag. Dat was zeker in het begin een behoorlijk gevecht, intern, maar ook bij klanten. Wij verkopen een dienst die pas achteraf kan worden gewaardeerd, dus gaat het om vertrouwen. Ben je in staat om helder voor het voetlicht te brengen dat jouw werkwijze gekoppeld aan die van je collega’s belangrijke meerwaarde biedt, die verder gaat dan de laagste prijs. Dat vraagt om vertrouwen bij klanten, maar ook bij co-makers en medewerkers. Als één schakel niet meewerkt wordt het een ramp. Dat vraagt om een visie op de lange termijn. Gelukkig waren beide bedrijven er een jaar of tien geleden al schoorvoetend mee gestart en dat helpt.” De keuze voor ketensamenwerking had nog een gevolg: “Je focust op collega bedrijven die qua cultuur en denkrichting bij ons passen. Die begrijpen dat problemen gemeenschappelijk moeten worden opgelost, want dat scheelt in werk en geld. We hebben inmiddels een ploeg bedrijven gevonden waar we in een open relatie graag mee samenwerken. Een ander gevolg is dat je klanten aantrekt die de meerwaarde van ketensamenwerking inzien. Niet alleen de prijs geeft de doorslag, klanten kiezen steeds vaker voor de waarde die je levert.”
SCHAARSTE
De bouw is weer booming, maar inmiddels dient zich een ander groot probleem aan, er is schaarste aan vaklui. Dat leidt er nu al toe dat bedrijven pogingen doen medewerkers bij elkaar weg te kopen. Bart Welling: “Dat is een slechte oplossing, we moeten proberen het probleem bij de kern aan te pakken. Dat begint bij het imago van werken in de bouw en vooral in de rol die ouders spelen in de keuze van hun kinderen. De bouw is niet sexy, ouders en dus hun kinderen kiezen liever voor een matige HAVO-opleiding dan een vakopleiding, terwijl iemand met twee rechterhanden zijn leven lang gegarandeerd werk heeft. En de bouw is sterk veranderd, er is de laatste tien jaar meer veranderd in arbeidsvoorwaarden en veiligheid dan de honderd jaar daarvoor. Bovendien is het een mooi en uitdagend vak, de Bouwnijverheid doet al jaren haar best dat goed voor het voetlicht te krijgen, maar dat moet nog beter. Ook zij-instromers zijn van harte welkom, wij zorgen voor omscholing. Wij hebben er zowel bij Welling als Van de Water altijd aandacht aan besteed, ook tijdens de crisis, opleiden zit in ons DNA. Wij waren jaren het beste leerbedrijf in bouw en infra.” Gevraagd naar de toekomst is Bart terughoudend in zijn antwoord. “De bouw over tien jaar? Dat is een lange periode, de ontwikkelingen gaan snel en wij moeten ons als bouwbedrijven daarop instellen. In elk geval verder op het pad van ketensamenwerking, samen delen, samen kennis in huis halen en je steeds verder ontwikkelen. Dat is zeker de enige route, want er is wat mij betreft geen weg terug.”