De stad van morgen
Klimaatneutraal en duurzaam bouwen, aangepast op de (toekomstige) vraag van de bewoners, ruimte geven aan alle technologische ontwikkelingen die zich in razend tempo aandienen en er tegelijkertijd voor zorgen dat de stad zijn leefbaarheid behoudt. Dat is de mega opgave waarvoor de overheid zich de komende jaren gesteld ziet.
Even wat getallen. In de jaren vijftig woonde zo’n 20% van de wereldbevolking in steden. Als we de cijfers van de Verenigde Naties afgaan zal dat percentage groeien tot bijna 70% in 2050. Ook in Nederland groeien de steden hard, de voorspelling is dat de steden tot 2030 zo’n 30% van de groei moeten opvangen. Kijken we naar de cijfers voor 2040 dan zal het aantal huishoudens met 900.000 toenemen tot zo’n 8,5 miljoen. De groei kunnen we opvangen door nieuwbouw, transformatie en verdichting. Slimme verdichting kan bestaan uit het opvullen van lege plekken, uit hoogbouw, maar ook uit kleinschalige initiatieven, zoals het bouwen op water en het transformeren van kantoren naar woonruimte.
BREAAM en LEED
Er moet dus in rap tempo worden gebouwd en dat probleem kan niet worden opgelost door het grootschalig bouwen van eengezinswoningen. Bovendien willen mensen steeds vaker in steden wonen en is de vraag sterk veranderd. Nederland telt bijvoorbeeld steeds meer eenpersoonshuishoudens, Nederlanders worden gemiddeld ouder en blijven steeds langer zelfstandig wonen. Dat vraagt dus om andere manieren van bouwen. Steeds vaker kleinere units, die de lucht ingaan en het vraagt ook om een transitie van bestaande bouw. Kantoren worden omgebouwd tot woningen. Het mooiste recente voorbeeld in de regio is de verbouwing van het voormalige Estelgebouw in Nijmegen naar 61 luxe appartementen. Er moet niet alleen veel worden gebouwd, het moet ook anders gebeuren. Steeds meer architecten en bouwers kiezen voor BREAAM of LEED gecertificeerde gebouwen. BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) werd in Engeland ontwikkeld. Het is een keurmerk dat de duurzaamheid van een gebouw meetbaar maakt. LEED staat voor ‘Leadership in Energy and Environmental Design’. LEED is in 1998 opgezet door de US Green Building Council (USGBC) en is de meest gebruikte duurzaamheidstool in de Verenigde Staten. Duurzaam bouwen leidt ook tot andere bouwmethoden. De houten wolkenkrabber is geen onbekend fenomeen meer. Er zijn vergevorderde plannen om in Tokio een houten wolkenkrabber van 350 meter hoog te bouwen, die voor 90% uit hout zal bestaan en voor 10% uit staal. Amsterdam krijgt de hoogste houten woontoren van Europa met een hoogte van 73 meter. Huizen worden straks 3D geprint (de TU Eindhoven is ver gevorderd) en Tiny Houses, volledig gemaakt van duurzaam materiaal, zijn inmiddels ook een bekend beeld in de samenleving.
Transformatie
Er staan miljoenen m2 kantoorgebouw leeg. Gebouwd in de jaren vijftig, zestig of zeventig voldoen ze al lang niet meer aan de eisen die gebruikers er aan stellen. Transformatie is alleen zinvol als de lege kantoren op goede locaties staan, is dat niet het geval dan rest alleen nog sloop. De waarde van zo’n slooppand is gering: grondprijs minus sloopkosten, er zal dus fors moeten worden afgeboekt. Is de locatie wel in orde dan is zo’n transformatie winstgevend te maken. Het lost niet alleen een deel van de structurele leegstandsproblematiek op in kantoren- en winkelmarkt of maatschappelijk vastgoed, ombouwen zorgt ook voor verduurzaming. Transformatie gaat namelijk altijd gepaard met een opwaardering naar energieneutrale woningen.
Winkelpassages
Er is meer aan de hand in stedelijke centra, want door de enorme opkomst van webshopping heeft de traditionele retailer het steeds moeilijker. Dat betekent dat op termijn alleen de retailer die een duidelijke waarde weet toe te voegen aan zijn winkel een overlevingskans heeft. Winkelen wordt entertainment, daarmee vervalt de noodzaak tot het bouwen van overdekte winkelpassages om klanten ook bij slechter weer aan te kunnen trekken, want als het weer slecht is blijft de bezoeker gewoon thuis. Zo is in Nijmegen de discussie geopend om de Molenpoortpassage weer open te maken. De Molenpoortpassage kent veel weerstand, de aantrekkelijke winkels verdwijnen en er komen winkels uit de B- en C-categorie terug. Die hebben geen enkele aanzuigende werking.
De stad wordt slimmer
De moderne stad wordt niet alleen steeds mooier, de stad wordt ook slimmer. Er hangen steeds meer sensoren in steden, die hebben vaak allerlei praktische functies, maar verzamelen ook ongekend veel data. Het bedrijfsleven haakt er gretig op in. Het Apeldoornse bedrijf Bloey heeft bijvoorbeeld een app ontwikkeld om de binnensteden te helpen het centrum weer bruisend te maken. Met de Bloey-app kunnen consumenten saldo sparen, Bloey euro’s, door simpelweg aanwezig te zijn in de binnenstad. Consumenten worden dus beloond voor een bezoekje aan het centrum. De Bloey-euro’s kunnen vervolgens worden ingewisseld voor producten en kortingen bij deelnemende winkeliers en horeca. De Bloey app laat ook in één oogopslag zien wat er te beleven valt in de binnenstad. Zo willen de ontwikkelaars dat mensen de binnenstad weer gaan ontdekken als een plek waar het leuk is en waar veel te beleven is. Bloey geeft ondernemers de tools om consumenten persoonlijker te kunnen bereiken en service en producten op maat te kunnen aanbieden. Het bedrijf dicht daarmee het gat tussen online en offline en helpt daarmee ondernemers om het winkelbezoek van de consument relevanter te maken. De consument spint hier garen bij. Niet alleen door de gespaarde euro’s, maar ook doordat hij beter, gerichter en persoonlijker wordt geholpen. Hoe werkt het? Je downloadt de app en zorgt dat je actief bent op het moment dat je de binnenstad bezoekt. Je aanwezigheid wordt getraceerd en retailers kunnen je gericht concrete aanbiedingen doen. Doe je aankopen dan spaar je tegoed op.
Privacy
De vraag is of je zo blij moet zijn met alle data die dus blijkbaar, terwijl je over straat loopt, kunnen worden verzameld. Zeker omdat veel van die initiatieven door bedrijven worden genomen en eigenlijk niemand weet wie wat waar verzamelt. Overheden krijgen langzaam maar zeker door dat een en ander niet geheel in overstemming kan zijn met de regels rond privacy, maar vaak zijn ze zelf met de bedrijven in zee gegaan. In een onlangs door Trouw gepubliceerd artikel wordt een voorbeeld genoemd uit Enschede. Omdat die gemeente de fietsstad van Nederland wil worden stimuleert ze fietsers een app van het bedrijf Mobidot te gebruiken. Fietsers krijgen zo bijvoorbeeld voorrang bij stoplichten, maar tegelijkertijd legt het bedrijf een persoonlijk mobiliteitsprofiel vast. Daarin is informatie te vinden van afgelegde routes, tijden en de vaak bezochte plaatsen. Iedereen die de app downloadt gaat daarmee akkoord. Nieuwe Europese wetgeving, waarin strengere regels worden geïntroduceerd, wordt in mei van kracht. De burger moet dan in begrijpelijk taal worden geïnformeerd over wie er data verzamelt en waarom. De uitvoering van die regels zal niet eenvoudig zijn en bovendien is er altijd een grijs gebied, zeker als er een te grote beslissingsbevoegdheid ligt bij bedrijven. En willen we eigenlijk wel dat elke stap die we zetten wordt vastgelegd, want er lijkt geen ontkomen aan.
Klimaatbestendig
De steden worden groter en complexer. Dat vraagt om nieuwe technologieën en initiatieven om het stadsleven op de lange termijn in goede banen te leiden. Dat vraagt ook om efficiënt ruimtegebruik gecombineerd met meer groen, slimme infrastructuur en klimaatbestendige architectuur. Van stadslandbouw tot flexibele regenwateropvang en van klimaatneutrale gebouwen tot het verminderen van afvalstromen, energievoorziening en voedselverbouwing. En dan is er nog een kleinigheidje. Wonen in grote steden moet wel betaalbaar blijven. DNB maakt zich daar grote zorgen over. Het ideale beeld van een stad voor iedereen staat onder druk, met name door het gebrek aan betaalbare huurwoningen. Ook daar ligt een belangrijke taak voor gemeenten en Rijk. Want wonen in een mooie en moderne stad moet voor iedereen bereikbaar blijven.