Column Roel Kop: Alle grote mannen zijn bescheiden

Vorige maand werd ik 50 jaar. Voor iedereen is dit wel een mijlpaal, zo ook voor mij. Van die 50 jaar ben ik inmiddels al 22 jaar advocaat. Ik dacht op mijn verjaardag even terug aan hoe het allemaal ooit begon. Hoe ik advocaat werd. Het begon toen ik rechten ging studeren in Utrecht. Dat was eind jaren 80, begin jaren 90. Ik werd daar, na een jaartje fanatiek te hebben geroeid, lid van een studentenvereniging, het USC. Binnen die studentenvereniging had ik allerlei ‘baantjes’. Zo schreef ik in een maandblad. Ik was daar één van de redacteuren. Later schreef ik met vijf anderen ons jaarboek, de Almanak. Het schrijven in maandbladen en in een heus jaarboek, gaf mij veel plezier. Het spelen met woorden, het verzinnen en opschrijven van goede en logisch opgebouwde zinnen, het zoeken en vinden van bijpassende beelden en plaatjes en het op schrift tot uitdrukking brengen wat je denkt en voelt, is een groot goed. Het voelt ook goed. De basis voor het met genoegen schrijven, legde ik dus in mijn studententijd. En ik maak tot op de dag van vandaag nog steeds gebruik van wat ik toen leerde en ook leuk vond. Zo begon het dus.
Een leuke anekdote wil ik jullie niet onthouden.
Binnen de Almanak was en is het te doen gebruikelijk om andere studenten spreuken (‘varia’) mee te geven. In het jaar dat ik de Almanak schreef, deelde ik vele spreuken/varia uit. Ze worden gekoppeld aan bepaalde, al dan niet opvallende, types. Aan andere studenten. Een dergelijke spreuk had vaak een dubbele bodem, maar niet altijd. Of zoals Enschedé in 1867 over varia schreef: ‘Zelden drukten zij uit wat bedoeld wordt; altijd wordt er meer in gezocht dan er in ligt’. Als je de Almanak schreef, gaf je jezelf geen spreuk mee. Ik kreeg het jaar erop, toen ik niet meer in de redactie zat, er wel één. Ik kreeg een spreuk! De spreuk die mij in één van mijn laatste studentenjaren ten deel viel luidde als volgt: “alle grote mannen zijn bescheiden”.
Tot op de dag van vandaag houdt die spreuk mij bezig. Lord Chesterfield, Engels staatsman en schrijver (1694–1773), schreef over bescheidenheid het volgende: ‘Modesty is the only sure bait when you angle for praise’. Ik weet dat ik niet lang ben, maar ben ik groot? Het antwoord op die vraag, kan ik niet zelf geven. Als ik het antwoord zelf zou moeten geven, dan zou ik zeggen: liever niet te groot. Maar dat is mijn bescheiden mening.
Roel Kop