‘Chief Happiness Officer’
In een overspannen arbeidsmarkt is het van cruciaal belang om medewerkers aan je te binden. Dat is lang niet alleen een kwestie van geld, alhoewel salaris altijd een belangrijke rol zal blijven spelen. Het is ook een kwestie van secundaire arbeidsvoorwaarden, van werkinhoud, ontwikkelingskansen, werksfeer en waardering.
Steeds vaker is daarvoor een happiness officer aangesteld. De taakomschrijving van het uit Amerika overgewaaide fenomeen is soms onduidelijk, maar in de praktijk is het vaak een HR-manager met speciale werkgebieden en een stevig mandaat van de directie. Een happiness officer is geen clown die zorgt voor een pingpong- of voetbaltafel in de kantine. Het is iemand die structureel bezig is met het welzijn en welbevinden van medewerkers van een bedrijf. Dat doen ze bijvoorbeeld door regelmatig te peilen wat werknemers graag zouden willen en dat kan van alles zijn. Waardering, een informele sfeer, managers of directieleden die direct aanspreekbaar zijn, de mogelijkheid tot meer informele contacten, meer of betere flexibele werktijden, meer verantwoordelijkheden in de functie, georganiseerde samenwerking, maar soms ook een paar keer per jaar een feest of inderdaad een voetbaltafel.
Het kernwoord is aandacht. Geen jaarlijks functioneringsgesprek, dat in de praktijk vaak geen enkele waarde blijkt te hebben, maar structurele en informele ontmoetingen, gewoon samen een stukje wandelen, praten over zaken die een medewerker bezig houden, oprechte interesse, directe coaching, persoonlijk en in teamverband. Daar gaat het om, dat maakt zoveel verschil. Zorg dat je weet wat er speelt en reageer meteen op vragen van medewerkers. Daarmee zorg je er niet alleen voor dat een medewerker zich gehoord en happy voelt, maar voorkom je ook dat kleine oorzaken grote gevolgen gaan hebben. Zoals het vertrek, of erger nog, een burn out van een medewerker. Chief Happiness Officer, geen gek idee. En die titel? Dat went.