‘Van bezit naar (her)gebruik’
Hergebruik, duurzaamheid, milieubewustzijn, de circulaire economie, gebruik belangrijker dan bezit, het zijn zaken die juist in een groeiende economie aan belang winnen. Het bewustzijn was er al langer, de noodzaak wordt elke dag duidelijker en nieuwe bedrijfsvormen laten zien dat er een economisch rendabel model achter schuil kan gaan. Was ‘delen is het nieuwe hebben’ enkele jaren geleden nog een vernieuwend concept, nu wordt het hoe langer hoe meer gemeengoed.
Er zijn succesverhalen genoeg. Uber en Airbnb, maar ook bijvoorbeeld Spotify maken heel duidelijk welke kant de circulaire economie op wil. Het bewustzijn groeit, consumenten raken hoe langer hoe meer doordrongen van de noodzaak. En een extreem natte junimaand is niet meer weg te redeneren als een fenomeen dat nu eenmaal eens in de honderd jaar onvermijdelijk is. Er zijn in een circulaire economie veel stappen te maken bij de productie, het kopen en het weggooien van goederen en veel daarvan is al dagelijkse praktijk. Gescheiden inzamelen, recyclen, verantwoorde afvoer van materialen, hergebruik van tweedehands spullen via de marktplaatsen van deze wereld, het is gemeengoed in ons land.
De deeleconomie (collaborative consumption) rukt snel op. Een goed voorbeeld hiervan is Spotify. Voorheen was het bezit van een flinke CD-collectie iets waar je trots op was en iets waar je je identiteit aan kon ontlenen. Met Spotify is het niet meer nodig om een collectie te bezitten, omdat je toegang hebt tot alle muziek die je maar wilt horen. Mensen kiezen overigens steeds vaker voor alternatieve schakels buiten de complexe systemen om, analisten voorzien een enorme groei van bedrijven en organisaties die op deze trends inspelen, zoals Thuisafgehaald en Peerby. Ook autodelen is kansrijk, omdat het goed past in de trend van bezit naar gebruik. Het gaat niet meer om bezit, alhoewel onderzoek laat zien dat een grote groep nog steeds status ontleent aan het bezit van een auto. Toegang tot informatie, goederen en diensten waarbij per maand of per gebruik een betaling plaats vindt is de toekomst. Het gaat om de prestatie en performance en niet om het eigendom.
THOAMS RAU
Thomas Rau is een voorloper op dit terrein. Rau is ondernemer, architect, innovator, inspirator en visionair. Hij laat zich onder het motto ‘guided by the future in al zijn handelen leiden door wat er in de toekomst nodig is en niet door wat op dit moment haalbaar is. Hij levert al jaren een grote bijdrage aan de nationale en internationale discussie over duurzaamheid, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in de architectuur en aan de vraag hoe te handelen in het licht van toenemende schaarste aan grondstoffen. Architectenbureau RAU realiseert nieuwe standaarden op het gebied van CO2- neutraal, energieneutraal en energiepositief bouwen.
Hij kan gezien worden als de grondlegger van circulaire architectuur. Rau laat bijvoorbeeld in woord en gebaar zien dat het energieprobleem in wezen oplosbaar is. Het gaat daarbij om de grondhouding. Hij maakt van schaarste geen bedreiging, maar een uitdaging. Rau ontwikkelt grondstoffenkringlopen. In 2011 richtte hij daarvoor Turntoo op, waarmee hij werkt aan nieuwe businessmodellen voor de circulaire economie. Van bezit naar prestatie, geen lampen maar licht. De gebruiker is niet geïnteresseerd in het bezit van armaturen, led-verlichting, hij ontvangt geen energierekening, maar betaalt voor de hoeveelheid licht die hij afneemt. De fabrikant blijft eigenaar van alle hardware. Rau stond daarmee aan de wieg van het concept Pay per Lux, waarbij geen lampen meer worden verkocht maar verlichting als dienst wordt aangeboden. Met een witgoedfabrikant en een woningcorporatie biedt hij de meest energiezuinige wasmachines en koelkasten op prestatiebasis aan sociale huurders aan. De gebruiker betaalt alleen voor het gebruik, de rest, dus ook de energiekosten, zijn voor de fabrikant. Daarmee dwing je fabrikanten te investeren in zo zuinig mogelijke oplossingen. Stel je voor dat Apple eigenaar blijft van je iPhone en het apparaat dus na gebruik ook weer terugneemt. Dat is dan een extra stimulans voor de fabrikant om alle grondstoffen zo te gebruiken dat terugwinnen rendabel is.
KANTOORMEUBILAIR
De circulaire economie raakt ook aan kantoren. Een betrekkelijk nieuwe manier is bijvoorbeeld het leasen in plaats van kopen van een kantoorinrichting. Ahrend heeft er al enkele jaren ervaring mee. Robin Goemans: “Dat heeft alles te maken met de groeiende vraag naar flexibiliteit bij inrichtingsconcepten. Weinig bedrijven kunnen zeggen waar ze over drie jaar staan. Ga je groeien? Of moet je inkrimpen? Als de afgelopen jaren ons één ding heeft geleerd, dan is het dat je in staat moet zijn om mee te bewegen met veranderingen in de markt. Organisaties kijken anders naar het beheer van hun meubilair, ze willen steeds minder bezitten en zijn bereid om voor het gebruik te betalen. In essentie gaat het erom dat je je medewerkers op het juiste moment de juiste faciliteiten biedt. Het is een oplossing voor iedere organisatie die zijn cash ow wil gebruiken om in zijn core business te investeren, maar ook vastgoedeigenaren zien de voordelen. Ze nemen voor drie euro per vierkante meter de inrichting van de werkomgeving mee in de huur. In plaats van een huurverlaging kun je nu met een goede inrichting toegevoegde waarde leveren. Daardoor zullen meerdere organisaties voor een hoogwaardig inrichtingsconcept kiezen. Zo’n inrichtingsconcept levert immers gegarandeerd een hogere tevredenheid, productiviteit en werkplezier op. Leasetermijnen zijn afhankelijk van de wensen van de klant, het kan al vanaf één tot maximaal zes jaar. Meestal wordt een termijn van twee tot vijf jaar toegepast in lijn met de huurovereenkomst van een locatie.”
HERGEBRUIK
Het past natuurlijk perfect in de gedachte van de gebruikerseconomie en de visie op circulair ondernemen. Op het moment dat je producten gaat leasen, wordt het ook makkelijker om die producten voor hergebruik in te zetten. Goemans: “Wij kunnen het meubilair na de leaseperiode terugnemen, revitaliseren en opnieuw inzetten.
Na afloop van het leasetermijn halen wij de producten weer op om er een nieuwe bestemming voor te vinden. Afhankelijk van de staat van het meubilair wordt het meubel gerevitaliseerd en opnieuw ingezet, in sommige gevallen ook voor de verhuurmarkt. Doordat onze producten modulair zijn ontworpen, is het ook mogelijk om elk afzonderlijk onderdeel te hergebruiken. Bijvoorbeeld dat het bureaublad zo beschadigd is dat het niet meer als zodanig kan worden gebruikt; dan snijden we het in stukken en dat gebruiken we dan weer als basismateriaal om er bijvoorbeeld wanden van te maken. We zien dat het werkt, mensen geloven in het concept.
Het levert een gesprek op over verantwoorde huisvesting. Klanten die in het verleden bijvoorbeeld vanwege het tijdloze design graag voor Ahrend meubilair kozen, nemen hun meubilair graag mee naar een nieuw pand. Een zeer duurzame keuze, waarin wij onze klanten volledig ontzorgen.”
ONDERHOUDSPLAN
Wil je het proces goed aanpakken, dan moet je al in het beginstadium heel goed naar de organisatie kijken: wie ben je, waar wil je naartoe, wat voor mensen gaan daar werken en nog belangrijker: wat voor activiteiten gaan daar plaatsvinden? Hoe ziet je personeelsbestand er uit? Robin Goemans: “In 90% van de organisaties in Nederland zit rijp en groen door elkaar, van 25 tot 65 en iedere generatie heeft zijn eigen eigenschappen. Daar hoort dus een speci ek inrichtingsadvies bij, waarbij wij de eindgebruiker centraal stellen. Zo helpen wij klanten bij het creëren van een werkomgeving die hun medewerkers inspireert, motiveert en productiever maakt.” Klanten laten ook het beheer van het meubelpark in kaart brengen. “Bijvoorbeeld via unieke QR-codes, waarmee we heel simpel met een scan elk meubel in kaart kunnen brengen. Organisaties vragen ook steeds vaker om een onderhouds- of vervangingsplan. Dat doen we nu bijvoorbeeld al voor een overheidsinstelling met 650 locaties. Dat mes snijdt aan twee kanten. Voor ons is het interessant om te weten wat de betreffende klant op dit moment aan oud meubilair heeft staan. Wat in zijn ogen niet voor de organisatie herbruikbaar is maar waar wij wel waarde van kunnen maken, zowel voor de klant als voor Ahrend. Voor de klant is het goed om te weten wat er met zijn meubilair gebeurt en hoe daar verantwoord mee om wordt gegaan. We zitten in de transitie naar een deeleconomie, naar pay-per-use. Faciliteiten moeten passen bij de organisatie, waarbij niet wordt uitgegaan van bezit, maar van gebruik. Als organisatie moet je op deze verandering inspelen, leasing biedt dan uitkomst. Met deze dienst helpen wij klanten bij het keuzeproces en voorzien hen van een toekomstbestendige inrichting die elke uitbreiding, verandering en aanpassing probleemloos aan kan.”