Frank Janzing (ALEX Advocaten) over sanctierecht: ‘Het is een voor ondernemers relatief onbekend rechtsgebied, waar grote belangen kunnen spelen’
Op 1 januari 2018 ontstond ALEX advocaten in Wijchen. Geen nieuw kantoor, maar in feite een voortzetting van het kantoor Janzing Bink Schipperus advocaten | mediation, met Caren Schipperus en Frank Janzing als vennoten, aangevuld met Linda Jacobs, Pieter van Goor, Britt Loeffen, Robin Link en juridisch medewerkers Kelly Weijdt en Jaap Vlastuin. Ans Dennissen en Mona Jacobs vormen het secretariële hart van de organisatie. Een bijzonder kantoor, met een bijzondere visie; advocaten zijn opdrachtnemers en dienstverleners, ze zijn heer en meester in het proces, maar altijd met het belang van de klant voor ogen, om schade te beperken, geschillen op te lossen of problemen te voorkomen.
De mensen van ALEX Advocaten vormen een hecht team. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de manier waarop ze samen hun kernwaarden hebben geformuleerd, maar ook hoe ze kijken naar het klantprofiel dat bij hun kantoor past. Niet vreemd dat ‘Samen’, met de kernwoorden betrokken, resultaat en plezier, één van die kernwaarden is. Ze formuleerden er nog drie: ‘Aandacht’ (oprecht/relatie/tijd), ‘Dynamiek’ (energie/ontwikkeling/vertrouwen) en ‘Meesterschap’ (ambacht/specialisatie/vertrouwen). Bij dat meesterschap hoort ook de focus op vier aandachtgebieden: arbeid & onderneming, vastgoed & bouw, contracten & aansprakelijkheid en overheid & sancties. Dat laatste en vrij nieuwe gebied is sanctierecht, het speelterrein van Frank Janzing en Robin Link. “Dit is ook voor ondernemers een relatief onbekend rechtsgebied, waar grote belangen kunnen spelen.”
SANCTIERECHT
De start van het sanctierecht kwam met de invoering van de Wet Mulder in 1989, officieel de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften. Vóór invoering van deze wet werden verkeersovertredingen strafrechtelijk afgehandeld Wie de bekeuring niet betaalde kwam uiteindelijk bij de strafrechter terecht. Deze gang van zaken zorgde voor overbelasting van het rechtssysteem en de Wet Mulder maakte administratieve afhandeling mogelijk. In 2008 volgde de Wet OM-afdoening, die officieren van justitie de mogelijkheid gaf zelf straffen (boetes) op te leggen voor allerlei kleine delicten. In feite betrof het hier een uitbreiding van de Wet Mulder. Een jaar later volgde een wijziging in de Algemene Wet Bestuursrecht, waardoor instanties als de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit), de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport en de Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, maar ook bestuurders zoals burgemeesters, sancties en boetes konden opleggen. Dat kunnen bestraffende (punitieve) of herstelsancties zijn, allemaal bedoeld om de druk op de strafrechter en het openbaar ministerie te verlichten. Waar praten we dan over? Frank Janzing: “Dan praten we bijvoorbeeld over het opleggen van een boete wegens het overtreden van specifieke regelgeving zoals de Arbowet, Tabakswet, het Rijtijdenbesluit of over overtredingen van voorwaarden die aan een vergunning verbonden zijn. Bestuurlijke boetes kunnen enorm oplopen. Behalve het opleggen van boetes kan een toezichthouder of bestuursorgaan overgaan tot het (tijdelijk) sluiten van een bedrijf. Daar zit een ondernemer natuurlijk niet op te wachten. In een aantal gevallen wordt niet gekozen voor de bestuurlijke afhandeling, maar voor het strafrechtelijke traject. Dat zie je bijvoorbeeld bij ernstige arbeidsongevallen en bij overtredingen van de Natuurbeschermingswet.”
DE GEVOLGEN
Het opleggen van een boete of een sanctie is dus al lang niet meer voorbehouden aan de strafrechter, ook inspecties of bestuurders krijgen die rol. Daarmee is de grens tussen het strafrecht en het bestuursrecht kleiner geworden. “Dit heeft enorme gevolgen voor ondernemers. Bovendien is het gecompliceerder dan de gemiddelde ondernemer denkt, want er komt bij dat toezichthouders vaak niet alleen toezichthouder zijn, maar ook bijzonder opsporingsambtenaar. Zij dragen twee petten: een bestuursrechtelijke en een strafrechtelijke en deze petten zijn niet altijd gemakkelijk van buitenaf herkenbaar. Welke waarborgen komt een onderzochte onderneming toe? Welke rechten en plichten heeft een onderzochte (rechts)persoon? In hoeverre is zij verplicht mee te werken met het onderzoek en wat zijn de mogelijkheden tot verdediging? Dat zijn allemaal vragen die bij een gespecialiseerde advocaat thuis horen”, vertelt Frank Janzing. “Bij een controle door een toezichthouder op naleving van de regels, is eenieder verplicht om inlichtingen te verschaffen. Er moet dan naar waarheid worden verklaard. Doe je dat niet dan pleeg je een strafbaar feit. Maar zodra die toezichthouder een overtreding van de regels heeft vastgesteld, dan zet hij de pet van de bijzondere opsporingsambtenaar (BOA) op en moet hij aan de vertegenwoordiger van de inmiddels verdachte onderneming mededelen dat er geen verplichting meer bestaat tot het beantwoorden van vragen. De ondernemer heeft dan zwijgrecht. In de praktijk is dat een lastig probleem. De ondernemer die zojuist vrijelijk informatie heeft verschaft vindt het dan zeer moeilijk om gebruik te maken van dat zwijgrecht. Ze hebben het gevoel dat ze niets hebben te verbergen, dat mag dan wel zo zijn, toch is zwijgen vaak beter.”
Frank Janzing spreekt tijdens HSE-congres
SDU organiseert op donderdag 29 november 2018 het HSE Jaarcongres 2018. HSE staat voor Health Safety & Environment. Onderzoek van Inspectie SZW (Rapport Staat van Arbeidsveiligheid 2017) wijst uit dat er jaarlijks tussen de 50 en 70 dodelijke bedrijfsongevallen plaatsvinden. Daarnaast sterven zo’n 4.100 mensen per jaar aan een beroepsziekte. Er gaat dus nog veel mis, ondanks de inspanningen die bedrijven en instellingen doen om ongevallen en beroepsziekten te voorkomen. Frank Janzing spreekt op het congres over de (strafrechtelijke) afwikkeling van ernstige arbeidsongevallen en in het bijzonder over de persoonlijke aansprakelijkheid van de veiligheidsdeskundige. Wat staat een ondernemer te wachten als er een strafrechtelijk onderzoek naar het ongeval plaatsvindt? Wat zijn zijn rechten en hoe kan hij daar op de beste wijze gebruik van maken? Moet hij bijvoorbeeld gebruik maken van het zwijgrecht? Of juist niet? Dat zijn vragen die Frank Janzing in zijn bijdrage beantwoorden zal.
WAAROM ALEX?
“Belangenbescherming, daar draait het bij ons om. Met oprechte aandacht, persoonlijk en vertrouwelijk. Strijdend voor het recht van de klant of in een adviesrol ter voorkoming van toekomstige problemen. Daar passen onze kernwaarden ook bij. Dat doen we in verschillende tariefstructuren.” Waarom die naam ALEX Advocaten? Frank Janzing lacht: “Omdat we de traditie van een trits namen op een gevel wilden doorbreken. We hebben een digitale prijsvraag uitgeschreven die honderden voorstellen opleverde, maar geen enkele die ons kon bekoren. Toen schoot me de naam ALEX te binnen, met als letterlijke betekenis: beschermer van het volk. Lex is wet, A verwijst naar A-merk en bovendien is Alex de naam van onze koning, die elke wet met zijn handtekening moet bekrachtigen. En dat staat bij ons op kantoor toch centraal, de handhaving, de grenzen, de mazen, de mogelijkheden en onmogelijkheden, de rechten die we aan wetten ontlenen en de plichten die ze ons opleggen. Vandaar ALEX Advocaten!”
Meer weten? Kijk op www.alexadvocaten.nl.