Over de gevolgen van robotisering
Robotisering is de ontwikkelingen waarbij robots de werkzaamheden van mensen overnemen. Dat proces is in volle gang en de gevolgen zullen de komende jaren goed merkbaar worden.
Robots werken sneller, kosten minder en maken geen fouten, daarom zijn ze vaak populair. Kijk bijvoorbeeld naar magazijnen, waar vrijwel alle werkzaamheden door robots worden uitgevoerd. Op die manier levert robotisering een belangrijke bijdrage aan het vergroten van de efficiency van bedrijfsprocessen. Maar robots doen meer, ze nemen zwaar of eentonig werk over en ze kunnen dingen die mensen niet kunnen. Zijn ze daarmee een bedreiging voor de werkgelegenheid?
Daar zijn de meningen ernstig over verdeeld. Het is duidelijk dat ze taken overnemen, sterker nog, het tempo waarin ze dat doen is ongelooflijk. Daar wordt al jaren onderzoek naar gedaan. Een van de bekendste is het eigenlijk al verouderde onderzoek van Oxford University uit 2013. De wetenschappers voorspelden toen dat door robotisering, automatisering en artificial intelligence de komende 25 jaren bijna de helft van de nu bestaande banen zal zijn verdwenen. Raar? Nee, bedenk dat we in het begin van de twintigste eeuw gemiddeld nog 70 uur per week werkten, dat kinderarbeid pas enkele jaren was afgeschaft en dat het meeste werk met de hand werd uitgevoerd. Pas in de jaren zestig werd een vrij weekend normaler en had een arbeider recht op twee weken vakantie per jaar. Inmiddels zijn we een paar industriële revoluties verder, handwerk is nog schaars, zwaar werk wordt steeds vaker door machines overgenomen. Het onderzoek voorspelt dat de banen die zullen verdwijnen niet allemaal op laag niveau of middelbaar niveau liggen, door de groei van intelligente systemen in bijvoorbeeld de medische en juridische sector zullen ook daar banen verdwijnen. Zeker is dat alle routineuze activiteiten door machines zullen worden overgenomen.
WEF
Inmiddels bevinden we ons midden in de vierde industriële revolutie. De eerste was de mechanisatie aan het einde van de zeventiende eeuw, de tweede had betrekking op de massaproductie (begin twintigste eeuw) als gevolg van de ontdekking van elektriciteit, de derde begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw en die speelde zich af rond de mogelijkheden die IT en de daarop volgende automatisering ons
boden. De vierde industriële revolutie heeft dus alles te maken met de betekenis van robots, artificial intelligence, big data en internet of things. Daar zitten we midden in. Het World Economic Forum noemt cijfers waarbij die van Oxford University verbleken. Zij verwachten dat de komende vijf jaren zo’n 75 miljoen banen verdwijnen, maar er komen 133 miljoen nieuwe banen bij. Het WEF verwacht dat binnen tien jaar 52% van alle huidige werkzaamheden door machines zal zijn overgenomen. WEF komt aan die cijfers door interviews met werkgevers over de verwachte invloed van robotisering op de arbeidsmarkt. Het rapport laat zien dat niet alle sectoren evenredig hard zullen worden getroffen, dat geldt wel voor bijvoorbeeld accountancy, advocatuur, industrie en sectoren waarin klantbeheer (secretariaat/administratie) een grote rol spelen. In sectoren waarin de menselijke vaardigheden de grootste rol spelen zal de impact van robotisering minder zijn; dataanalyse, software, marketing en sales. Daarin verwacht het WEF juist een sterke toename in banen. Duidelijk is dat er dus veel omscholing zal moeten plaatsvinden. Volgens het WEF zal zo’n 54% van alle werknemers zich een nieuwe vaardigheid eigen moeten maken. Een opvallende conclusie uit het rapport is dat maar weinig medewerkers en bedrijven zich op dit moment ernstig zorgen maken over de snelle ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. ‘Het zal mijn tijd wel duren’ is een veelgehoorde opmerking. Dat is dus niet zo.
SOCIALE GEVOLGEN
De verschuivingen op de arbeidsmarkt zullen enorme sociale gevolgen hebben. Ook dat wordt op dit moment nog nauwelijks herkend. Oud-hoogleraar Nic Douben Economie schreef recent het boek ‘Robot, werk en inkomen’. Daarin stelt hij een aantal indringende vragen over de gevolgen van robotisering voor de arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Douben schets een beeld aan de hand van onderzoeken van de SER, de WRR en het Rathenau Instituut. Hij is van mening dat de samenleving als gevolg van robotisering en artifiical intelligence ingrijpend zal veranderen. Massale werkeloosheid in met name lager en midden geschoolde arbeidskrachten ligt op de loer, maar ook hoger opgeleide werknemers blijven niet buiten schot. Als de politiek niet ingrijpt, ligt volgens hem technologische de-humanisering op de loer. De arbeidsmarkt, loonvorming en de sociale zekerheid zullen stevig moeten worden aangepast. Volgens Douben moeten de voor- en nadelen van een robotsamenleving over de gehele bevolking worden verdeeld. Het kan niet zo zijn dat alleen degenen die in robotisering en automatisering investeren, en daarmee arbeid overbodig maken, van de voordelen kunnen profiteren. Douben doet in zijn boek verschillende suggesties. Naast het vergroten van de inkomsten uit belastingen op kapitaal en vermogen, denkt Douben ook aan mede-eigenaarschap van robots door werknemers. Andere mogelijke alternatieven zijn een negatieve inkomstenbelasting, een gedeeltelijk basisinkomen en een onvoorwaardelijk basisinkomen. Aan welk alternatief of pakket aan maatregelen ook gedacht wordt, volgens Douben is de tijd rijp om serieuze stappen te zetten op weg naar nieuwere inkomensmodaliteiten.