Column Jack Jansen
Of ik maar even leiding ging geven
Op het strand van Las Palmas werd ik onlangs aangesproken door een jonge vrouw. Ze herkende me van de lezing die ik een paar maanden geleden had gegeven bij het bedrijf waar ze werkte als interne advocaat. “Uw lezing over zelfvertrouwen heeft mij erg aan het denken gezet, mag ik u hierover een vraag stellen?” Het feit dat ze me herkende terwijl ik er in zwembroek echt anders uitzie dan in pak, streelde me. Ik maakte graag tijd voor haar. Ze bleek onlangs door haar leidinggevende lichtelijk overvallen te zijn met de vraag of eigenlijk was het meer een mededeling, ‘dat ze maar even leiding ging geven aan een projectteam van 23 mensen’. “En dan ook nog hoofdzakelijk mannen en ze zijn ook nog stuk voor stuk ouder dan ik”, opperde ze lichtelijk in paniek.
Jonge mensen worden nog weleens gestrikt voor leidinggevende posities, omdat ze voldoen aan de criteria extraversie, zijn of haar mannetje staan en de eigen zaakjes goed voor elkaar hebben. Nog los van het feit dat leidinggevenden nog al eens een duplicaat van zichzelf selecteren, houden ze deze zichzelf vervullende keten in stand, omdat ook zij ooit op basis van deze criteria werden verkozen. Als ze dan ook nog daadwerkelijk vinden dat ze alles zelf hebben moeten uitdokteren, is de kans groot dat ze dit als het ultieme selectiecriterium zien van goed leiderschap. “De besten komen altijd bovendrijven.” ‘Luctor et emergo’ als adagium voor het assessment.
Met al dit copycat gedrag krijgen we meer van hetzelfde in de rol van leidinggevende. Vernieuwing is er niet, omdat die door dit systeem wordt tegengehouden. Maar nog los van deze herhaling van zetten is het maar de vraag of hiermee leiderschap ontstaat of louter ‘managerschap’. En dat zijn toch echt andere expertises.
Leiderschap gaat in de kern over weten wanneer je moet ingrijpen en sturen en wanneer je dat net niet moet doen. Wanneer je het sociale systeem, want dat is wat een team is, zijn werking moet laten hebben. Hiervoor is introversie, metacommunicatie en verbinding met het grotere geheel waarbinnen het team haar werk doet van grotere waarde dan al dat ‘gekwek’ van de extraverte, zichzelf op de voorgrond plaatsend persoon. Dat is in andere situaties weer geschikter.
Heden ten dage nog is leiderschap in nomadenstammen – en zo zag het er bij ons voor de agrarische revolutie van circa 12.000 jaar geleden ook uit – verdeeld over de talenten die op dat moment het meest geschikt zijn voor de taak die moet worden uitgevoerd. De beste jager heeft de leiding over de jacht, de beste krijger over de strijd, de beste bereider van het eten over het kookproces, de kruidenspecialist over de zieken en de sjamaan over de verbinding met de geesten. De gedachte dat één persoon leiding kan geven over al deze talenten is natuurlijk onzinnig. Zeker als deze leidinggevende nog jong is en ervaring moet opdoen. Dat de besten boven komen drijven, is een dooddoener. Jongeren met al die ballast in het diepe gooien getuigt van weinig zicht op leerprocessen. Zelfs het grootste talent heeft dan meer kans op verdrinking, dan dat hij of zij hierdoor leert zwemmen.
Met deze boodschap namen de jongedame en ik afscheid op het strand. Wat ze ermee gedaan heeft weet ik niet, maar het was duidelijk dat ze een duidelijke boodschap en een expliciet verzoek had voor haar leidinggevende. Dat maakt haar in mijn ogen potentieel geschikt. Weten wat je nodig hebt om dat wat van je gevraagd wordt ten uitvoer te kunnen brengen, zegt iets over het niveau van zelfkennis. En met zelfkennis kom je een heel eind in een positie waarin je leiding gaat geven aan anderen die net zo goed zoekende zijn.
Noot: enige gelijkenis met uw eigen organisatie berust op louter toeval.
Jack Jansen
Auteur HOMO REFLECTUS-zelfvertrouwen vanuit eenheid